Herpublicatie: Afscheidsinterview Dick Wildeman; 'Tijd voor een mooie pint'

Herpublicatie: Afscheidsinterview Dick Wildeman; 'Tijd voor een mooie pint'
Dick Wildeman klaar voor weer een tour door Nederland met de hoofdjury van de Café Top 100.

In 2011 interviewde Misset Horeca-redacteur Sander van Werkhoven Dick Wildeman bij wijze van afscheid. De laatstgenoemde had net zijn finale column voor het blad geschreven en nam na 26 jaar afscheid. Wildeman zou als hoofdjurylid Café Top 100 tot aan zijn overlijden, maandag 20 november bij Misset betrokken blijven. Een herpublicatie dat een kijkje in de ziel biedt van een horeca-icoon, die er niet meer is.

De pensioengerechtigde leeftijd mag dan al bijna tien jaar geleden bereikt zijn, aan stilzitten heeft Dick Wildeman (74) een broertje dood. Wekelijks is hij wel een paar keer in het land te vinden. Voor een opening, een receptie, een presentatie of zomaar, om ergens in een café een mooi glas bier te drinken. Het café als huiskamer van de samenleving? Wildeman kan zich er helemaal in vinden. Hier deed hij zaken. Deelde lief en leed met familie en vrienden of had het er simpelweg naar de zin. En vond er zijn inspiratie voor de columns die hij jarenlang schreef voor Misset Horeca.

Ruim een kwart eeuw was hij het bier- en cafégeweten van ‘de Misset’. Het vakblad waarvoor hij in ’85 zijn eerste column schreef met als titel ‘Een barmhartig café’. Een paar jaar later werd hij gevraagd als voorzitter van het Rondje Bier. De bekende bierrubriek beleefde in december zijn laatste editie na bijna 125 afleveringen.

Met spijt in het hart legt hij de pen neer voor het vakblad dat hij lief heeft, hem landelijke horecabekendheid bezorgde, maar de laatste jaren ook steeds een beetje verder afstand van hem nam. De vaste frequentie van de columns werd verlaagd, het aantal edities van het Rondje Bier ging van zes, naar vijf, naar vier keer per jaar. Beetje bij beetje werd zijn verschijning in het blad minder prominent. En vanaf volgende week zal hij helemaal niet meer in de kolommen van dit blad verschijnen. In de vernieuwde Misset die vanaf komende week verschijnt is gekozen voor minder en jongere columnisten. De redactie besloot afscheid te nemen van de langst schrijvende scribent van het blad. ,,Ik moet het loslaten. Had het liever niet gedaan. Ik wàs zó Misset’’, zegt hij met spijt in zijn stem. Om de nieuwe hoofdredacteur van dit blad mee te geven: ,,Verlies het menselijke gezicht van de horeca niet uit het oog Geert. Word niet te technisch’’.

In café De Beyerd in Breda zitten de twee tegenover elkaar aan tafel. Vergezeld door oud-redacteur Sander van Werkhoven, met wie Wildeman vele tientallen keren het Rondje Bier deed. Wildeman mocht de locatie kiezen voor een laatste gesprek over de branche en de mensen die er werken en komen. En natuurlijk werd het de zaak van de familie De Jongh. Vorig jaar nog uitgeroepen tot Café van het Jaar en van de vele cafés in het land die hij liefheeft, degene die bovenaan in het balboekje staat geschreven.

Achterkant van een viltje

Dick Wildeman

In de mêlee aan gasten is het deze donderdagavond even wachten op Wildeman. Natuurlijk, zou je bijna zeggen. Oud-eigenaar Piet de Jongh drinkt zijn dagelijkse biertje in het café waar zijn zoons de scepter zwaaien. Al jaren is hij goed bevriend met Dick en zegt dat het hem zou verbazen als deze nu wel op tijd zou komen. Het is een eigenschap waar iedereen in Wildemans directe omgeving al rekening mee houdt bij het afspreken.

Niet veel later zwaait de deur open en stapt de oud brouwerijdirecteur de zaak binnen. Al bij de deur is er een eerste begroeting, daar een hand of een schouderklap. 'Hé, Dick, lang niet gezien.' In zijn hand de onvermijdelijke dikke agenda die hem overal vergezelt en al vaak met een forse klap op de bar werd gedeponeerd. Mocht het de man of vrouw achter de bar nog niet duidelijk zijn wie plaats heeft genomen aan de toog dan is er geen twijfel meer. Zeker als het gepaard gaat met de opmerking: ‘Wildeman is de naam. En ik doe in bier.’ Eens een brouwer, altijd een brouwer.

Het is even wurmen om naar het achterste gedeelte van de zaak te komen. Veel mensen kennen hem. Overal in het land kan het gebeuren dat bij het passeren van het café een kastelein of barman naar buiten komt rennen en vraagt of de heer Wildeman misschien een biertje lust. Een aanbod dat zelden zal worden afgeslagen. Ze kennen hem van ‘de Misset’, uit de functie als coördinator van de Nationale Biertapwedstrijden die hij jarenlang bekleedde en heel af en toe nog uit de tijd dat hij regionaal directeur van de Drie Hoefijzers brouwerij in Breda was. Later omgedoopt in Oranjeboom.

Een tijd waarin de strijd om het marktaandeel ook hard werd gestreden, maar waar het kon gebeuren dat onderlinge conflicten of heibel om ‘puntjes’ nog werd opgelost door twee directeuren die simpelweg even met elkaar afspraken, en met een glas bier als smeermiddel de plooien weer gladstreken of met compromissen kwamen die officieel niet mogelijk waren, maar waar het in de praktijk van wemelde. Vaak simpelweg bekrachtigd op de achterkant van een viltje, maar daardoor niet minder rechtsgeldig. ,,Je hield je gewoon aan je woord. En nee, dit soort tijden bestaan niet meer’’, weet Wildeman.

Café van het Jaar

Half jaren ’80 ontstaat zijn eerste contact met Misset. In Groningen fietsen de horecabonzen van dit land hun jaarlijkse Tour Culinaire en toenmalig redacteur Leo Traas is onder de indruk van de ‘lullepot’ waarmee Wildeman die avond op het terras de moegefietste bestuurders van inmiddels verdwenen bestuursorganen als IJsfrica en Veneca toespreekt. 'Wil je niet voor ons schrijven?', is de simpele vraag. 'En het moet over cafés gaan.' Dat wil hij wel. 'Ik was altijd in de horeca. Ontmoette veel mensen. Mensen en het vak'’, daar ging het in mijn verhalen altijd over. Een café moet barmhartig zijn, is de strekking van de eerste column. 'En dat vind ik nog steeds. Een bar die bindt. Ik heb in mijn leven veel in hotels geslapen. Van de meeste weet je je niets meer te herinneren, maar degenen met een leuke bar, die blijven je bij. In het café komt alles samen. Leven en dood. Ik ben bij condoleances geweest in het café. Stond de kist op het biljart en de gasten er omheen met een biertje. Dit vak is emotie. Mijn huis, is uw huis. Dat is gastvrijheid. En het wezen van de horeca.'

Dick Wildeman
Dick Wildeman wordt geboren in Drenthe, maar verhuist al op jonge leeftijd naar Winterswijk. Hier groeit hij op. De liefde voor het café werd hem naar eigen zeggen met de paplepel in gegoten. 'Wij waren een Bourgondische familie.'’ Hij opent een supermarkt maar ontdekt na een paar jaar dat dat zijn roeping niet is. Een sollicitatie bij de Drie Hoefijzers brouwerij in Breda zorgt er in ’68 voor dat hij de eerste niet-katholieke brouwerij-inspecteur. Hij verruilt de Achterhoek voor Breda en zal in deze stad zelfs drie jaar achter elkaar tot Prins Carnaval worden benoemd. Meer dan 25 jaar zal hij voor de brouwerij werken in verschillende functies. 'Ik heb mijn hele leven handel gedaan in het café. Ik hou van het café. En ik ben gelukkig niet de enige. Weet je waarom Christus in een stal werd geboren? Omdat er in de herberg geen plaats meer was. Toen al zat het café hartstikke vol!’'

Dick Wildeman

Na die eerste column zullen er nog honderden volgen. Een paar jaar later wordt hij gevraagd gestalte te geven aan de bierrubriek van Misset. Het Rondje Bier. Zijn brede bekendheid in de branche levert hem verschillende bijnamen op. ‘Mister Horeca’, of Mister Pils’. Wat hij daarvan vindt? 'Laat maar staan. Het is nu eenmaal zo. Het zijn titels waar je niet om vraagt, maar waar je al die jaren wel voor werkt. En in mijn ogen waardering uitspreken voor wat je hebt gedaan.'

Voor veel mensen groeide Wildeman zo uit tot een biermens die boven de partijen staat. Nog steeds rinkelt af en toe de mobiel en wordt hem gevraagd te bemiddelen in een slepend conflict tussen brouwer en relatie. En dat is lang niet altijd voor zijn voormalige broodheer uit Breda.

De innige band met Misset Horeca zorgt er ook voor dat hij aan de wieg staat van de Café van het Jaar verkiezing. Inmiddels geëvolueerd tot de jaarlijkse Café Top 100. Begin jaren ’90 zal een paar keer het Gastvrijheidsbeeld worden uitgereikt aan cafés die er volgens de redactie en Wildeman bovenuit steken qua gastvrijheid, sfeer en warmte. Wel wordt in die jaren het brouwerijbelang niet uit het oog verloren. Wint het ene jaar een Grolsch café, dan is het jaar daarop een Heineken of Oranjeboom zaak de gelukkige. Pas in 1994 zal voor het eerst ‘officieel’ een Café van het Jaar worden benoemd. Ook daarbij is Wildeman als jurylid betrokken. Een rol die hij in de toekomst ook blijft vervullen bij het samenstellen van de Café Top 100. De band met Misset Horeca is nog niet helemaal doorgesneden.

Mensen en contact

Na bijna een kwart eeuw over café, bier, kasteleins en gasten te hebben geschreven ligt het voor de hand te vragen of hij het café zag veranderen in die periode. 'In de kern niet', zal hij zeggen. Want welk concept ook wordt toegepast, nog steeds draait het in het café om mensen en contact. En bier hoort daar vanzelfsprekend bij. Niet dat hij niets anders lust, maar rond wijn of whisky zitten altijd zoveel fratsen meent hij. 'Bier is een stille binder. Sociaal, communicatief en emotioneel.' Ja, hij zal het missen. Misset en de mensen die er werken. 'Dit is een afscheidsinterview. En dat doet me veel. Ik had nog wel door willen gaan. Aan mijn acceptatie in de branche merk ik wel dat er nog veel waardering is voor wie ik ben of wat ik doe. Nu houdt het op. Deels een stukje leeftijd. Dat snap ik wel. Maar ik ben geen mens om achter de geraniums te zitten.' Misschien blijft hij schrijven. Hij weet het nog niet. Er zijn altijd verhalen te vertellen. De branche zal hij zeker niet vaarwel zeggen. 'Als ik zoals net, het café binnen kom, dan denk ik echt, hè leuk. Het werk is gedaan. Tijd voor een mooie pint.'