Nieuwe KHN-sector wil aanpak illegale horeca

Nieuwe KHN-sector wil aanpak illegale horeca

De nieuwe sector van Koninklijke Horeca Nederland (KHN), tot stand gekomen door een samensmelting van de sectoren Café-barbedrijven en Discotheek-zaalbedrijven, gaat zich vooral richten op de aanpak van illegale horeca-activiteiten.

Dat laat de sectorvoorzitter Esther Herber-Zey weten in Horeca Nederland, het ledenblad van KHN. De nieuwe naam van de sector wordt op de komende bestuursvergadering medio april bepaald, zo vult KHN-woordvoerder Joris Prinssen aan.

De aanpak van illegale horeca in samenwerking met het Bureau Eerlijke Mededinging (BEM!) staat met stip bovenaan, meldt Herber-Zey. ‘Nederland telt 3500 illegale drankketen, die tot tweehonderd bezoekers op een avond trekken. Daar heerst God noch gebod. Zelfs kinderen van twaalf tot dertien drinken er alcohol en het rookverbod wordt er met voeten getreden’.

Diep schamen

Herber-Zey stelt dat ze op zich niets tegen de keten heeft, mits ze voldoen aan de 105 regels waaraan de horeca ook moet voldoen. ‘Maar de tenenkrommende situatie zoals deze nu is, gaat recht tegen mijn rechtvaardigheidsgevoel in’, aldus Herber-Zey.

De voorzitter van de nieuwe sector stelt dat de overheid ‘gigantisch tekort schiet’ in de aanpak van deze keten. Herber-Zey: ‘Gemeenten moeten zich diep schamen dat ze de zuipketen niet aanpakken. Het wordt hoog tijd van de overheid actie onderneemt’.

omzetverlies marginaal

In hetzelfde blad stelt KHN-directeur Lodewijk van der Grinten dat de brancheverenging te veel ophef maakt over oneerlijke concurrentie. Van der Grinten vindt dat de sectoren zich meer moeten gaan bezighouden met thema’s die er wél toe doen. Volgens Van der Grinten is de invloed van oneerlijke concurrentie op de omzet van de horeca marginaal.

Herber-Zey stelt dat de opmerking van Van der Grinten niet gericht is op de 3.500 zuipenketen in ons land, maar gaat over paracommerciële instellingen zoals sportkantines en culturele podia. ‘KHN onderschrijft het standpunt dat de illegale keten en zuipschuren door gemeente en overheid structureel moeten worden aangepakt. Ook Lodewijk van der Grinten laat daar geen misverstand over bestaan’.