Holshuijsen had in de nacht van 25 op 26 januari onder invloed van drank en drugs een granaat laten ontploffen in het café in Amsterdam-Noord. Vervolgens ging hij de gewonde aanwezigen met een barkruk te lijf. Toen hij ook N. aanvloog, schoot die hem neer.
Volgens het hof was er sprake van noodweerexces. Dat betekent dat N. te ver ging bij het verdedigen van zichzelf, maar zo in paniek was dat hem dat niet aan te rekenen valt.
De rechtbank verwierp eerder nog alle argumenten op grond waarvan N. vrijuit had moeten gaan. Zo was zij er niet van overtuigd dat Holshuijsen ernstig geweld tegen hem zelf had gebruikt. Volgens het hof is dat echter wel aannemelijk.
N. krijgt overigens wel een celstraf van drie maanden voor verboden wapenbezit. Die heeft hij echter allang uitgezeten. Het Openbaar Ministerie had tijdens het hoger beroep een celstraf van zes jaar geëist.
