16 mei uitspraak in rechtszaak rookverbod

Woordvoerder Willem van den Oetelaar van Clean Air Nederland keerde vrijdag 30 maart met een goed gevoel terug van de openbare zitting in Den Haag.

Het was de start van de de bodemprocedure die zijn organisatie heeft aangespannen tegen de staat. ‘Wij hebben de zaak feitelijk heel goed onderbouwd en van het pleidooi van de tegenpartij was ik niet onder de indruk.’

Rookverbod is achterhoedegevecht

Over iets meer dan zes weken doet de rechter uitspraak. ‘Over een compromis is niet gesproken, daarvoor is de zaak denk ik te duidelijk’, aldus Van den Oetelaar. ‘Volgens ons is de uitzondering voor kleine cafés zonder personeel niet helder en oneerlijk, en niet meer van deze tijd.’

Van den Oetelaar vindt dat sprake is van een achterhoedegevecht. ‘In alle landen waar een rookverbod geldt, gaat het prima. Zelfs in Ierland, een land met notoire rokers, is geen Guinness minder verkocht in de cafés.’

‘De eerste twee maanden na zo’n besluit hebben ondernemers het lastig. Daarna is dat voorbij en gaat iedereen vol energie aan de slag’, aldus Van den Oetelaar. ‘In Nederland duurt dit gevecht nu echter al vier jaar.’

De woordvoerder benadrukt dat ook Clean Air Nederland wil dat ondernemers succesvol zijn. ‘Maar niet door in angst te blijven hangen. De wet is heel duidelijk: roken mag daar waar anderen er geen last van hebben. Dat gaat overal goed, behalve in de horeca.’

Vreemd gevoel over vurig pleidooi van de staat

Van het pleidooi van de staat was Van den Oetelaar niet onder de indruk. ‘Wij kwamen met allemaal feiten, die zij niet echt konden weerleggen. Bijvoorbeeld dat 32 procent van de cafés in Nederland eenmanszaken zijn. Het verweer was dat daar ook eetcafés bij zitten en dat roken daar dus al verboden is. Dat lijkt ons sterk, hebben die geen kok en/of bedienend personeel nodig?’

Van den Oetelaar hield wel een vreemd gevoel over aan de manier waarop de staat haar zegje deed. ‘Ik heb ministerie van Volksgezondheid nog nooit zo’n vurig pleidooi zien houden voor roken in de horeca. Voor mijn gevoel zouden we bondgenoten moeten zijn in deze strijd, maar het grootste deel ging over hoe geweldig de uitzondering wel niet is.’

En op een heel populaire manier ook, aldus Van den Oetelaar. ‘Ze hadden het over huiskamercafés als ze spraken over die bedrijven waarvoor de uitzondering op het rookverbod geldt.’

Beroep tegen uitspraak mogelijk

Woensdag 16 mei doet de rechter uitspraak. Van den Oetelaar ziet dit met vertrouwen tegemoet. ‘Vanaf het moment dat de minister de uitzondering in het leven riep, hebben we actie ondernomen. We hebben advocaten ernaar laten kijken en toen we het gevoel hadden dat we sterk stonden, hebben we er een zaak van gemaakt.’

Beide partijen hebben de gelegenheid om tegen de uitspraak van de rechter in beroep te gaan.