Geen concurrentie Nijmeegse horeca

Geen concurrentie Nijmeegse horeca

Negen horecaondernemers van de Grote Markt in Nijmegen willen de komende twee geen nieuwe concurrentie erbij in hun stad. Dat schrijven ze in een brandbrief aan de Nijmeegse politiek, aldus dagblad De Gelderlander.

‘Want Nijmegen zit aan het plafond met het aantal horecazaken. Terwijl de Waalkade verzuipt en er in de stad vele cafés en restaurants de komende jaren zullen verdwijnen, wordt er meer dan 700 vierkante meter horeca in de Molenstraat bijgepompt’, schetsen de horeca-uitbaters hun verbazing.

Ze doelen op het voormalige pand van Draper van den Broek dat een horecabestemming kreeg. Nog voor de Vierdaagse wordt hier een grand café geopend.

De Nijmeegse horeca verkeert in zwaar weer, stellen de negen. Voor veel ondernemers is het de komende jaren erop of eronder. ‘Daarvoor ben je ondernemer’, schrijven ze. ‘Maar de overheid kan wel voorwaarden scheppen om door zwaar weer te varen’.

Op woensdag 4 maart buigt de Nijmeegse gemeenteraad zich over de brief.

De Nijmeegse ondernemer Khalid Oubaha, eigenaar van negen bedrijven in de Waalstad en columnist van Misset Horeca, vindt de brief echter een zwaktebod. ‘Hoe meer concurrentie, hoe beter. Als ze hun zaakjes goed voor elkaar hebben, is er niets aan de hand.’

Ton Hendriks is projectontwikkelaar en eigenaar van het pand van meubelzaak Draper van den Broek in Hijmegen. Hendriks reageert op de berichtgeving.

'De ondernemers zeggen dat het nieuw te openen grand café in het pand een uitbreiding van de horeca in Nijmegen is. Maar dat is het niet. Vroeger zat achter de meubelzaak horecabedrijf Tuf Tuf met een discotheekvergunning. Dat pand heb ik ook aangekocht. De vergunning heb ik er vanaf gehaald en op het pand van Draper van den Broek gelegd. Een uitruil van vergunning/bestemming dus. Dat is een ander verhaal dan in de krant staat', aldus Hendriks.