De gemeente Barneveld verklaarde Koninklijke Horeca Nederland eerder ‘niet ontvankelijk’, waarop KHN naar de rechter stapte. Die achtte het aannemelijk dat de plaatselijke horeca omzetverlies lijdt doordat jongeren zich in de particuliere schuren achter op het boerenerf voldrinken en besloot dat zei dat de gemeente de klacht alsnog moet behandelen.
De gemeentewoordvoerder Bertil Rebel zegt dat het plan zeker niet van de baan is. ‘We gaan de zaak nu uiteraard in behandeling nemen. We gaan proberren de bezwaren inhoudelijk te weerleggen. De Raad van State heeft uitgesproken dat beleid rond de zuipketen mogelijk moet zijn. We denken dat we een zeer zorgvuldig stelsel van regels hebben opgesteld.’
Barneveld is één van de eerste gemeenten die een gedoogbeleid rondom de ‘zuipketen’ formuleerde. Een deel van de eisen die ze stellen aan deze schuren is volgens Rebel om valse concurrentie tegen te gaan. Er mag bijvoorbeeld geen sterke drank geschonken worden in de hokken, er mag geen bedrijfsvoorraad zijn en een winstoogmerk is taboe.
‘We hebben kennis genomen van de uitspraak van de rechtbank. Maar we vragen ons af of wij moeten aantonen dat er geen oneerlijke concurrentie is. Is het niet eerder zo dat de horeca moet bewijzen dat hun leden nadeel hebben van deze regels?’
