Sjoerd Kooistra was mogelijk ongeneeslijk ziek

Sjoerd Kooistra was mogelijk ongeneeslijk ziek

Sjoerd Kooistra was mogelijk ongeneeslijk ziek. Dat stelt zijn partner Dick Loorbach in de geactualiseerde uitgave van het boek 'De zaak Kooistra', die deze week verschijnt. 'Ik denk dat hij, behalve dat hij in de knel zat, wist dat hij kanker had. Het duidt erop dat er misschien meer aan de hand was dan alleen zakelijke problemen.

De in juni 2010 door zelfmoord om het leven gekomen horecamagnaat Sjoerd Kooistra leed aan een ernstige vorm van huidkanker en mogelijk ook darmkanker. Dat stelt zijn partner Dick Loorbach in de geactualiseerde versie van het boek ‘De zaak Kooistra’, zo schrijft De Gelderlander. ‘Sjoerd was niet helemaal gezond. Mogelijk was het een combinatie van factoren die hem tot zelfdoding dreef.’

20 kilo afgevallen in paar maanden

‘Wat gek is, is dat hij zo vermagerd was’, vertelt Loorbach in het dagblad. ‘Ik denk dat hij, behalve dat hij in de knel zat, wist dat hij kanker had. Het duidt erop dat er meer aan de hand was dan alleen zakelijke problemen. Je valt natuurlijk niet zomaar 20 kilo af in een paar maanden.’

Dick Loorbach vertelt in het artikel ook dat de huidkanker in Kooistra’s nek ‘diep’ moest worden behandeld. ‘Hij moest nog op controle en dat heeft hij bij mijn weten niet gedaan.’ Een arts op Ibiza heeft volgens de partner bij een blindedarmoperatie ‘meer’ gevonden dan alleen een ontstoken stukje darm.

Hulp gehad bij zelfdoding

Kooistra werd eind juni 2010 dood aangetroffen in zijn villa in Ubbergen. Hij had een mix van pillen en alcohol ingenomen, zo bleek later. Loorbach meldt in het boek dat de horecamagnaat hulp heeft gehad bij zijn zelfdoding.

‘Er zijn mensen in huis geweest dat weekeinde.  Ik denk dat die wel zijn vertrokken voordat hij het heeft gedaan, maar dat die mensen misschien wel hebben meegebracht wat nodig was om het daadwerkelijk te doen’, aldus Loorbach in De Gelderlander.

Ook last van afpersers

Loorbach sluit niet uit dat Kooistra naast zijn schulden en zijn ziekte ook last had van afpersers. ‘We hebben van die gekke briefjes gevonden. Dat je denkt: dat voelt niet goed. Ik heb ze bij de politie ingeleverd, maar er niets meer van gehoord. Volgens mij denken ze daar: het is afgelopen, laat maar.’