Kooistra was verpachter van de beroemde Oesterbar op het Leidseplein, die vorig jaar failliet ging. Het personeel deed daarop aangifte tegen de horecabaas omdat ze hem ervan verdachten dat hij de zaak moedwillig op de fles had laten gaan. Behalve het visrestaurant gingen bovendien andere horecagelegenheden van Kooistra bankroet.
Fiscalist Leon Lancée, die de personeelsleden van de Oesterbar vertegenwoordigt, zei woensdag nog niet op de hoogte te zijn van de beslissing van het OM. Hij kondigde aan dat ze het er niet bij laten zitten. ‘Het boek is nog niet uit. Kooistra heeft een aantal mensen flink benadeeld.’
Volgens Lancée gaat de omstreden horecamagnaat gewoon door met zijn praktijken. ‘De gemeente denkt hem nu aansprakelijk te kunnen houden, maar de oude constructie duikt intussen alweer op. Hij stopt oude wijn in nieuwe zakken’, vermoedt de fiscalist.
De gemeente Amsterdam ontdekte dat er inderdaad een patroon bestond in de wijze waarop Kooistra's bedrijven failliet gingen. Ze dreigde daarop de ondernemer geen exploitatievergunningen meer te verstrekken. Hij wist dit te voorkomen door te beloven dat hij aandeelhouder zou worden van de besloten vennootschappen waarmee hij een aantal horecazaken exploiteert.
Op die manier kan hij aansprakelijk worden gesteld. Dat laatste was eerder niet mogelijk, omdat Kooistra zijn bedrijven eerder verpachtte. Daardoor konden zijn huurders niets op hem verhalen als ze failliet gingen.
