Biercontracten voortaan stuk duidelijker voor horecaondernemer

Biercontracten voortaan stuk duidelijker voor horecaondernemer

Bierbrouwers en horecaondernemers hebben gezamenlijk een lijst opgesteld om hun contracten transparanter te maken. De gemaakte afspraken zijn het resultaat van gesprekken tussen branchevereniging Koninklijke Horeca Nederland (KHN) en bierbrouwers bij het ministerie van Economische Zaken. Aanleiding was de ontevredenheid van veel horecaondernemers over hun afhankelijkheid van de brouwers.

De totstandkoming van de lijst kwam maandag 8 juni naar voren uit een brief van minister Henk Kamp van Economische Zaken, meldt Nu.nl. De partijen hebben samengewerkt aan een lijst met een uniforme uitleg van veelgebruikte begrippen in biercontracten. Hierdoor wordt de inhoud van biercontracten transparanter en beter vergelijkbaar, schrijft Kamp. De lijst wordt binnenkort gepubliceerd op de website van KHN. Er is niet gekozen voor een modelovereenkomst voor contractvoorwaarden, omdat brouwers zich nog wel van elkaar willen kunnen onderscheiden.

Checklist

KHN heeft daarnaast aan een checklist gewerkt voor vier veel voorkomende soorten contracten. Met deze lijst kunnen ondernemers beter geïnformeerd hun keuze maken als zij een contract met een brouwer willen aangaan. Volgens Kamp is de onderlinge verstandhouding in de sector de afgelopen jaren ‘flink verbeterd’. ‘Ik verwacht dat de verbeteringen op het gebied van transparantie van contracten en professionalisering van ondernemers de komende jaren in de praktijk hun werk gaan doen’, stelt de minister.

Geen verbod

De brouwers en horecaondernemers hebben zich bij de totstandkoming van de lijst laten inspireren door aanbevelingen van de Autoriteit Consument & Markt (ACM). Deze toezichthouder oordeelde eerder dat een verbod op exclusieve afnameverplichtingen in de onderlinge contracten niet nodig is. Volgens ACM is de biermarkt namelijk voldoende dynamisch zolang brouwerijen strijden om verkooppunten en horecaondernemers onderling met elkaar concurreren.

Wél is ACM van mening dat de onderhandelingspositie van de horecaondernemer ten opzichte van de brouwers versterkt moet worden. De voorwaarden op langere termijn, bijvoorbeeld bij tussentijdse beëindiging, afschrijvingssystematiek en de waarde van bruikleengoederen, zijn beter te regelen, meent de toezichthouder. Dat maakt het voor de horecaondernemer ook eenvoudiger om naar een andere brouwer over te stappen.