'Jongeren drinken en roken weer minder'

'Jongeren drinken en roken weer minder'

Nederlandse jongeren tussen de elf en vijftien jaar zijn de afgelopen vier jaar weer minder gaan drinken en roken. De kinderen zijn nog steeds tevreden. De meesten geven hun leven een 6 of hoger. Dat blijkt uit een groot internationaal onderzoek naar het welzijn en de gezondheid, waarvan de resultaten dinsdag 15 maart bekend zijn gemaakt.

De cijfers van het zogenoemde HBSC-rapport, geschreven in samenwerking met de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), worden elke vier jaar geanalyseerd. Aan het onderzoek onder 200.000 kinderen in Europa werkten ook de Universiteit Utrecht, het Trimbos-instituut en het Sociaal en Cultureel Planbureau mee.

Uit het vorige rapport bleek al dat Nederlandse jongeren minder risicovol verdrag vertoonden. Deze trend heeft zich doorgezet. Het percentage van vijftienjarigen dat tussen 2009 en 2013 ooit heeft gerookt, daalde van 44 naar 34 procent.

Het percentage dat wekelijks drinkt, ging van 22 naar 16 procent. Het middelengebruik in Nederland ligt nu rond het Europese gemiddelde. De elf- en dertienjarigen drinken wel minder vaak wekelijks dan hun Europese leeftijdgenoten.

De levensstijl van de Nederlandse jeugd is in vergelijking met Europese leeftijdsgenoten niet bijzonder gezond. Ze eten volgens het onderzoek minder vaak fruit, drinken meer frisdrank en kijken relatief veel televisie.

Comazuipen neemt toe

Eerder deze maand kwam juist naar buiten dat het aantal comazuipers vorig jaar opnieuw is toegenomen. In totaal belandden 931 jongeren in het ziekenhuis als gevolg van overmatig alcoholgebruik. Dat zijn er 148, ofwel 19 procent meer dan het voorgaande jaar. Dat blijkt uit cijfers van het Nederlands Signaleringscentrum voor Kindergeneeskunde (NSCK).

Bij 691 van de opgenomen minderjarigen was sprake van alcoholvergiftiging (intoxicatie), ruim een kwart (27 procent) meer dan in 2014. Een duidelijke verklaring voor de toename van het aantal comazuipers is er niet.

Gemiddeld hadden de jongeren een alcoholpromillage van 1,94. Dat komt overeen met een hoeveelheid alcohol na het drinken in korte tijd van ten minste zes standaardglazen bij meisjes en tien bij jongens. ‘In de praktijk is er waarschijnlijk meer gedronken omdat het alcoholpromillage later is gemeten en de alcohol al deels was afgebroken’, aldus de onderzoekers.