Uit recent onderzoek van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) is gebleken dat het aantal rookruimtes sinds 2009 is gestegen van 10 procent van de cafés en discotheken tot 25 procent. Volgens Dik-Faber is dat nooit de bedoeling geweest. KHN nuanceert de cijfers: Naber: 'Laten we niet vergeten dat over de hele horeca bezien maar 5% een rookruimte heeft; dit aantal is sinds 2009 slechts met 1 procent gestegen. Alleen bij cafés en discotheken gaat het om 25 procent.'
Ondernemers treffen maatregelen
De groei is volgens KHN een logische ontwikkeling: '25 procent van de bevolking rookt. De horeca is gastvrij voor rokers én niet-rokers. Rookruimtes zijn dé manier om beide groepen te faciliteren. In het begin was het rookbeleid nog onduidelijk en dubbelzinnig maar nu niet meer. Dus is het aantal rookruimtes gestegen want ondernemers, groot en klein, hebben maatregelen getroffen', aldus Naber.
Horeca is al rookvrij
Volgens KHN ís de horeca al rookvrij, juist als gevolg van de rookruimtes. De mogelijkheid om een rookruimte te maken moet gewoon blijven. 'Wat ons betreft is er voor iedereen plek in de horeca: rokers én niet-rokers. Als er een meerderheid komt voor dit voorstel dan zou ik tegen de regering willen zeggen: wees dapper; als jullie een rookvrij Nederland willen, schaf dan gewoon de verkoop van sigaretten af en verbied het roken van tabaksproducten. En incasseer het verlies op accijnzen. Maar pak niet de sector die rokers wil faciliteren, wat nu het geval is. Dat kunnen we alleen maar hypocriet noemen', aldus Naber.