Buma/Stemra snapt waar frustratie vandaan komt

Buma/Stemra snapt waar frustratie vandaan komt

Wim van Limpt, directeur van Buma/Stemra reageert op de frustatie van veel horecaondernemers. 'Ik snap waar het vandaan komt. Onze rekeningen zijn net zo vervelend als die van de Belastingdienst'.

Nadat Misset-columnist Martijn Veen zich kritisch had uitgelaten over de werkwijze van Buma/Stemra laat Wim van Limpt zijn kant van het verhaal horen. ‘Buma/Stemra is opgericht voor en door de makers van muziek en dient dan ook hun belangen. Toch heeft die licentie voor horecaondernemers ook een voordeel’, aldus Van Limpt. ‘Muziek is emotie en een liedje maken is een talent,’ zegt Wim van Limpt heel stellig. ‘De makers van deze liedjes oefenen een vak uit en hebben recht op een eerlijke vergoeding. Ook zij zijn ondernemers die hard werken voor brood op de plank.’

Buma/Stemra is de auteursrechtenorganisatie van muziekauteurs en muziekuitgevers in Nederland en zorgt ervoor dat de ruim 25.000 aangesloten componisten, tekstschrijvers en uitgevers een vergoeding ontvangen als hun muziek gebruikt wordt. ‘Iedere ondernemer die muziek draait in zijn bedrijf, moet daarvoor betalen. Wij hebben van de overheid het mandaat gekregen om die bedragen te incasseren, zodat de makers van de muziek (dus niet de artiesten) betaald kunnen worden. Zij hebben maar één loket waar zij geld kunnen verdienen en dat zijn wij’, aldus Van Limpt.
Een licentie van Buma/Stemra heeft één groot voordeel voor ondernemers. ‘Het scheelt een heleboel administratieve rompslomp. Als wij er niet zouden zijn, zou iedere ondernemer lijsten moeten bijhouden met welke liedjes er worden gedraaid in de zaak en vervolgens van iedere maker een factuur krijgen: duizenden facturen dus. Nu is het er maar één.’

Aantal vierkante meters bepaalt tarief

Een ondernemer kan zelf een licentie aanvragen (dat scheelt flink in het tarief), maar de organisatie heeft ook buitendienstmedewerkers in het land die tijdens hun rondes controleren of er muziek wordt gedraaid in de bedrijven. ‘Stel we komen bij een bedrijf waar muziek wordt gedraaid waarvoor geen licentie is aangevraagd. Dan gaan we in gesprek en leggen we uit wie we zijn, wat we doen en hoe het traject er verder uitziet.’ Bij een nieuwe licentie wordt een inschatting gemaakt van het bedrijf: wat voor type bedrijf is het, draait er een dj, is er livemuziek of speelt er alleen achtergrondmuziek. Daarvoor zijn verschillende regelingen van toepassing.

De tarieven voor de licentie voor achtergrondmuziek worden bepaald aan de hand van het aantal vierkante meters van de horecagelegenheid. Deze gegevens haalt Buma/Stemra op bij de Kamer van Koophandel: ‘Het is niet haalbaar om de buitendienstmedewerkers met een meetlint op pad te sturen. Dat is niet efficiënt, dus te duur’, zegt Van Limpt.
Een hardnekkig misverstand dat circuleert onder ondernemers is het aantal uren waarvoor de licentie geldt. ‘Men wil nog weleens denken dat er wordt betaald voor 24 uur per dag muziek, ook als het bedrijf slechts 6 of 8 uur per dag is geopend. Het tarief van de licentie is echter bepaald op een gemiddelde openingstijd van 8 uren per dag, maar wij hebben ervoor gekozen om de licentie te laten gelden voor 24 uur per dag.’

Bekijk hier: De tarieven van Buma/Stemra

Buma/Stemra wil imago verbeteren

‘Ik wil het niet bagatelliseren, maar de bedragen vallen wel mee. Voor een gemiddelde horecazaak komt het qua kosten neer op een biertje per dag. Dat is het probleem vaak ook niet. Het pijnpunt is dat de factuur vaak als mosterd na de maaltijd komt: achteraf dus. Net als de rekening van je energieleverancier, daar word je meestal ook niet vrolijk van. Daar ligt voor ons de uitdaging, om meer aan het voortraject te doen en meer bekendheid te genereren: want onbekend maakt onbemind.’

Buma/Stemra kampt met een negatief imago. ‘We hebben helaas een slechte naam en dat beseffen we,’ zegt Van Limpt. ‘In 99 procent van de gevallen waarbij we een regeling moeten treffen, komen we eruit. Bij die ene procent lukt dat niet en dat haalt áltijd weer het nieuws. Maar het ligt ook aan het besef. Mijn kinderen beseffen bijvoorbeeld helemaal niet meer dat er moet worden betaald voor muziek. Muziek staat online, op Spotify en YouTube, en daar kun je gratis naar luisteren. Zo simpel is het helaas niet voor de makers van deze muziek. Zij maken mooie dingen en hebben recht op een eerlijke vergoeding.’ 

Leestip: Geluidseisen in de horeca