Veneca ondertekent Arboplusconvenant

Terugdringen van het ziekteverzuim met 20 procent, een verlaging van de werkdruk met een zelfde percentage en het aantal medewerkers dat te zwaar werk doet, verlagen met 15 procent. Dat zijn de belangrijkste afspraken uit het Arboplusconvenant Contractcatering, dat is ondertekend door Veneca, vakbonden en de Nederlandse politiek.

Een miljoen euro investeren het ministerie en de sociale partners - het bedrag is eerlijk verdeeld over beide partijen - voor de uitvoering van het convenant, dat woensdag 30 maart is ondertekend in Het Slot Zeist. Het is een van de laatste opgestelde convenanten in een lange reeks, die werd begonnen nadat het huidige kabinet besloot meer geld beschikbaar te stellen voor het afsluiten van Arboconvenanten.

Het lijkt geen overbodige luxe voor de contractcateringbranche. Uit een nulmeting, gedaan in de voorbereidende fase van het convenant, kwam naar voren dat 44,5 procent van de medewerkers klaagt over de lichamelijke belasting van het werk, 41,5 procent spreekt van (hoge) werkdruk en 40,2 procent het gebrek aan regelmogelijkheden hekelt.

Onderzoek ondersteunt deze cijfers. Daaruit blijkt dat het ziekteverzuim in de branche 9,3 procent is (overigens niet veel afwijkend van cijfers uit andere branches) en dat 45 procent van de onderzochte medewerkers te zwaar werk verricht.

Toch plaatste Willem Hollander, vertegenwoordiger namens branchevereniging Veneca, een kritische noot. “De arbeidsinspectie gaat te gemakkelijk voorbij aan het gedrag van de werknemers. Het is een taak van de vakbewegingen om de medewerkers op hun houding te wijzen.”

Training

Zwaartepunten van het ondertekende convenant zijn terugdringing van het ziekteverzuim en voorwaarden scheppen die arbeidsongeschiktheid tegengaan. Het ziekteverzuim moet 20 procent omlaag, evenals het aantal medewerkers dat te maken heeft met hoge werkdruk. Het percentage werknemers dat lichamelijk zwaar werk doet, moet 15 procent dalen.Leidinggevenden krijgen een training waarin ze leren personeel beter te begeleiden bij het omgaan met werkdruk. Deze moet ervoor zorgen werkdruk op locaties beter bespreekbaar te maken. Daarnaast worden ergo-consulenten ingezet, die medewerkers gaan helpen zwaar werk uit te voeren op een lichamelijk minder belastende manier. Tot slot wordt door middel van experimenten onderzocht hoe de werkdruk kan worden aangepakt. Uitgangspunt daarbij is om werknemers op locatie meer verantwoordelijkheden te geven, zodat zij meer betrokken raken bij het werk. Er komen minimaal vier pilots om te onderzoeken hoe dit het beste kan worden gerealiseerd.

Het Arboplusconvenant is in werking sinds 1 april en loopt tot 2007, einddatum van de uitvoerende (tweede) fase.