Lunch met minder zout leidt niet tot compensatiegedrag

Lunch met minder zout leidt niet tot compensatiegedrag

Consumenten die een lunch nuttigen met producten die gemiddeld 41% minder zout bevatten, accepteren deze producten en compenseren de lagere zoutinname niet in de loop van de dag.

Voedingsmiddelen met een verlaagd zoutgehalte kunnen dus daadwerkelijk bijdragen aan het verminderen van de dagelijkse zoutinname. Dat blijkt uit onderzoek van Wageningen UR Food & Biobased Research, TNO en het RIVM in opdracht van de ministeries van Economische Zaken en Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Voor de deelnemers van de interventiegroep werden bijna alle producten van hun lunchbuffet vervangen door alternatieven die 29 tot 61% minder keukenzout bevatten. Uit de studie bleek dat de deelnemers niet meer of minder gingen eten en de meeste lunchproducten even lekker bleven vinden. Hierdoor consumeerde de interventiegroep gemiddeld 2,5 gram zout minder dan de controlegroep, die voedingsmiddelen met een regulier zoutgehalte bleef eten. De deelnemers werden gedurende de studie niet geïnformeerd over de zoutverlagingen.

Om te beoordelen of een lunch met minder zout ook de totale dagelijkse zoutconsumptie verlaagt, is van beide groepen twee maal de natriumuitscheiding in de urine over 24 uur gemeten. Op deze manier kan worden gemeten hoeveel keukenzout iemand heeft geconsumeerd. De natriumuitscheiding daalde evenredig met het lagere zoutgehalte van de lunch. 'Daaruit kon worden geconcludeerd dat deelnemers na de zoutverlaagde lunch niet op andere eetmomenten op de dag hun zoutinname compenseren door bijvoorbeeld op zoek te gaan naar tussendoortjes als chips of zoute drop', aldus Dr. Anke Janssen, Senior Scientist Consumer Science van Food & Biobased Research.

Het onderzoek vond plaats in het Restaurant van de Toekomst, waar de 74 deelnemers elke dag vrij waren om uit het gehele aanbod van het lunchbuffet hun lunch samen te stellen. Deze real-life testomgeving is bijzonder omdat hun keuzes onopvallend worden geobserveerd, terwijl andere onderzoeken naar de acceptatie van zoutverlaagde producten vaak worden uitgevoerd in een laboratoriumsetting. Proefpersonen beoordelen dan de smaak van zoutverlaagde varianten op een meer analytische wijze en ook de herhaaldelijke blootstelling ontbreekt dan vaak. 'Door de realistische setting kan worden geconcludeerd dat consumenten in één keer een flinke stap kunnen maken in zoutreductie zonder in te leveren op hun genot', aldus Anke Janssen.