Febo gaat internationaal

Febo gaat internationaal

Snackketen Febo gaat vanaf volgend jaar uitbreiden naar het buitenland. Er wordt daarbij vooral gedacht aan Spanje en Turkije. Ook in Nederland komen er vestigingen bij.

Met de recente opening van de nieuwe fabriek in Amsterdam-Noord -de vorige was te klein geworden- is de tijd voor internationalisering aangebroken, schrijft vakblad Meat&Meal.

Buitenlandse expansie is vooral aantrekkelijk op plaatsen waar veel Nederlanders komen, zoals de Spaanse Costa’s of Turkse badplaatsen. Ook wil Febo snacks gaan leveren aan Portugal en zelfs het Midden-Oosten, China en de Verenigde Staten, meldt Het Parool.

De snacks van Febo zijn echter niet geschikt om in te vriezen, omdat er dan te veel kwaliteitsverlies optreedt. De fabrikant ontwikkelt nu een kroket die wel geschikt is voor invriezen, zodat ze naar buitenlandse vestigingen geëxporteerd kunnen worden.

Tevens denkt Febo na over het produceren van snacks voor andere partijen, zoals retailers, die ze vervolgens onder hun eigen naam aan kunnen bieden. De snackaanbieder is niet van plan om Febosnacks in de supermarkt te gaan verkopen.

Nederlanders eten jaarlijks 350 miljoen kroketten en 600 miljoen frikadellen. Jorrit van der Heide, lid van Febo’s managementteam, meent dat de markt nog niet is verzadigd.

Nederland telt nu 58 Febo-vestigingen, waarvan 22 in Amsterdam. Febo wil jaarlijks minimaal 3 nieuwe vestigingen openen en zo richting de honderd groeien, volgens Van der Heide is er alleen in Amsterdam al plek voor tien nieuwe zaken.

Alle vestigingen krijgen verse snacks. Het fabriekspersoneel begint om 4 uur ‘s ochtends met de productie van kroketten, nasi- en bamischrijven.