Schadevergoeding na pizza-affaire

Schadevergoeding na pizza-affaire

De beschuldigingen van corruptie aan het adres van de Delftse oud-wethouder Christiaan Baljé (VVD) waren onterecht. Dat bleek woensdag uit het oordeel van de rechtbank in Den Haag in de zogenoemde pizza-affaire.

Leefbaar Delft en haar fractievoorzitter Martin Stoelinga moeten vanwege publicaties op de website van Leefbaar Delft een schadevergoeding en de proceskosten aan Baljé betalen.

In mei 2005 zou Baljé tijdens een maaltijd in een pizzarestaurant aan de eigenaar Salvatore Daga subsidie hebben toegezegd. Dat beweerde Daga, die het gesprek met de wethouder op video had vastgelegd.

Toen bleek dat hij de subsidie niet kreeg, uitte hij samen met Stoelinga de beschuldigingen van corruptie tegen de wethouder en maakte hij het filmpje openbaar.

Ook de eigenaar van het pizzarestaurant, Salvatore Daga werd terechtgewezen. Het publiceren van de camerabeelden was onrechtmatig, zo oordeelde de rechter.

Hoe hoog de schadevergoeding is die Leefbaar Delft, Stoelinga en Daga aan de voormalige Delftse wethouder moeten betalen, wordt in een aparte procedure bepaald.

Het bedrag dat Baljé eist, bedraagt mogelijk enkele tonnen, zo liet diens advocaat H. Reitsma donderdag weten.