Jury-rapporten vol complimenten en schouderklopjes. Het valt ook presentator Erik van Muiswinkel op. ‘De onderlinge verschillen zijn klein. Alle top 100 zaken verdienen lof.’ Duidelijk is dat de cafetariabranche leeft. Productinnovatie is dagelijks kost. Wie zich niet onderscheidt met vers, streekeigen, duurzaamheid of eigen ambacht loopt achter.
Het verschil maken
Alle provinciewinnaars hebben wel een bijzonder of ‘eigen’ product op de kaart: sushi bij Het Oude Raedthuys in Cothen, huisgemaakte huzarensalade bij Snackhouse Lobo in Alkmaar of de ‘hamburger Torenflat’ bij Restaria Boswinkel in Enschede. Wat dit jaar soms net het verschil maakte, was gastvrijheid. Dat begint bij het personeel. Of zoals Jan Willems van Alida’s Smulpaleis, hoofdjurylid en de winnaar van vorig jaar, het verwoordt: ‘Ik heb prachtig mooie zaken gezien, waar een stuk enthousiasme ontbrak. Mijn tip: ga met je team aan de slag en maak er een feestje van. Iedereen kan nummer 1 worden, mits iedereen binnen je team op de hoogte is van wat er van je wordt verwacht.’
Alles draait om beleving
De nummer 2 van dit jaar, Richard Groeneweg van Verhage Zwijndrecht-Walburg, weet er alles van. Tien jaar geleden won hij de top 100 al een keer met zijn vestiging Kort Ambacht. ‘Interieur, terras, productassortiment, communicatie, gastvrijheid, alles draait om beleving. Alle gasten moeten bij ons met een glimlach weggaan. Mijn medewerkers volgen trainingen en ik probeer ze overal bij te betrekken. Dan komen ze zelf met ideeën.’
Bloed, zweet en tranen
Eetwinkel Polly uit Bemmel staat opnieuw in de schijnwerpers. Vorig jaar de beste kleine cafetaria, nu de nummer drie en beste cafetaria van Gelderland. Een knappe prestatie als relatief kleine zaak. Tijdens de afterparty gaan de Polmannen en hun medewerkers helemaal los op ‘bloed, zweet en tranen’ van André Hazes. ‘Bij ons is het altijd feest.’