Robèr Willemsen: 'Deze cao horeca is slechts de basis'

Robèr Willemsen: 'Deze cao horeca is slechts de basis'
Robèr Willemsen

De cao horeca van KHN en CNV die ingaat op 1 januari 2018 is volgens Robèr Willemsen, ondernemer en voorzitter van KHN, slechts de basis waarop je als werkgever verder moet borduren. 'Bovenop de cao horeca is er nog ruimte voor individuele afspraken over opleiding en groeimogelijkheden.' Belangrijkste verschil met het AVR: de cao is wél verplicht voor alle KHN-leden.

KHN heeft met CNV Vakmensen - dus zonder de FNV - een nieuwe cao horeca afgesloten. Deze gaat in op 1 januari 2018 en loopt tot 31 december 2019. KHN-voorzitter Robèr Willemsen, ook eigenaar van de horecabedrijven Melief Bender, Muller & Co en Proeflokaal de Pui, is blij met de nieuwe cao horeca.

Cao Horeca

‘Het feit alleen dat er een cao is, is goed voor de branche. Het schept duidelijkheid en zekerheid voor zowel werkgevers als werknemers.’ Willemsen noemt de afspraken uit de cao - bijvoorbeeld een aanpassing van de loontabel aan de inflatie van 1,3 procent per 1 januari 2018, de jaarlijkse prestatieverhoging voor vakkrachten en 1 procent loonsverhoging per 1 juli 2018 ‘piketpaaltjes’.

Pikketpaaltjes

‘De cao is de ondergrens. De basis waarop je verder kunt bouwen en afspraken op maat kunt maken met je medewerkers. Die ruimte biedt deze cao, net als de AVR afgelopen jaren deed.’ Sinds het aflopen van de vorige KHN-cao in 2014, werkte de brancheorganisatie met een Arbeidsvoorwaarden Reglement (AVR). Dit reglement was voor de leden echter niet verplicht, waar een cao dat wel is.

KHN vertegenwoordigt 20.000 ondernemers met een omzet van €14,3 miljard en 276.000 medewerkers. Goed voor ongeveer 70 procent van de horecamarkt (70 procent van de banen en 72 procent van de omzet).

Willemsen pareert de kritiek dat de loonsverhoging in de nieuwe cao te gering zou zijn. ‘Als je alles in geld stopt, hebben ondernemers geen ruimte meer om op een andere manier dan het loon te investeren in hun mensen. In de cao is afgesproken, dat ondernemers ten minste 2 procent van de cumulatieve jaarloonsom van het bedrijf gaan investeren in de ontwikkeling van de medewerkers. En dan vraag je je af: hoeveel werkgevers gaan dat doen? Veel. Omdat in deze tijden van krapte medewerkers gewoon weglopen als ze het niet naar de zin hebben.’

Overwerk: betalen of tijd voor tijd

‘De generatie 18 tot 25 jaar vindt geld maar ten dele belangrijk. Hun sociale leven, opleiding, groeimogelijkheden, inspraak en een goede werksfeer zijn voor hen minsten zo belangrijk. Mijn team bestaat uit bijna 45 mensen. Hier werkt bijna iedereen zijn contracturen in vier dagen. Iedereen is één dag in het weekend vrij en overwerk is er nauwelijks. Gebeurt het wel, dan passen we tijd voor tijd toe. Soms is dat echt puzzelen en niet altijd de makkelijkste weg, maar wel één die op de lange termijn in mijn voordeel werkt.’ Hoe gaat het dan in de drukke decembermaand. ‘Er werken hier negen fulltimekoks. Zij minnen op hun uren in oktober en november. In december halen ze dat weer in. Ik heb weleens voorgesteld om extra mensen in te huren in december, maar dat willen de chefs niet. Ze willen het met de eigen ploeg doen.’

Loonsverhoging

Willemsen vervolgt: ‘Ik ken echt veel ondernemers en bijna iedereen heeft het nu wel door: de medewerkers zijn de kern van je bedrijf. Als ze niet met plezier werken, zie je dat vanzelf terug in je omzet. Gasten haken af of medewerkers vertrekken, waardoor je nieuwe mensen mag aantrekken en inwerken.’ Zelf vindt de voorzitter de afgesproken loonsverhoging overigens helemaal niet gering. ‘De loonbodem stijgt in de cao horeca 4,5 procent in twee jaar tijd, dat is 2 procent boven de verwachte inflatie! En die bodem is nu af te dwingen.’ De prestatieverhoging volgt gemiddeld de inflatie, maar kan ook hoger of lager uitpakken, als de prestatie dat vraagt.

Krappe arbeidsmarkt

Een oplossing voor de krapte op de arbeidsmarkt is de cao horeca volgens Willemsen niet, zo zegt hij eerlijk. ‘De krapte ontstaat niet alleen omdat mensen weggaan uit onvrede over hun werk. Dat beeld is wel ontstaan, maar men vergeet dat er ook 16 procent meer banen zijn gekomen in onze branche. En natuurlijk moeten we werken aan minder uitstroom, maar daar helpt deze cao niet bij. Dat probleem moeten we als branche gezamenlijk met aandacht, waardering en opleidingen in onze bedrijven oppakken.’ cao horeca

Ondanks het feit dat voor de meeste ondernemers deze cao geen schokkende wijzigingen bevat, roemt Willemsen hem toch. ‘Duidelijkheid voor iedereen. Dat de AVR bijna hetzelfde pakket aan maatregelen bood, helpt niet. De AVR was niet verplicht voor onze leden; de cao wel. En voor de buitenwereld, waaronder media, doet de naam ook veel. Een collectieve arbeidsovereenkomst.’

Algemeen verbindend

‘We hebben aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gevraagd deze cao algemeen verbindend te verklaren. Dat betekent dat die ook voor ondernemers gaat gelden die niet zijn aangesloten bij een brancheorganisatie.’ Of en wanneer dit gebeurt, is nog niet bekend. De procedure duurt circa drie maanden, KHN verwacht er in april 2018 meer over te kunnen zeggen.

Belangrijke punten uit de CAO Horeca

Overwerk

Voor vastgestelde uren overwerk geldt als compensatie tijd voor tijd. Voor elk uur overwerk krijgt een werknemer een uur doorbetaalde vrije tijd. In overleg kan de medewerker ook vragen om het overwerk direct uit te betalen. Hier geldt 100 procent van het uurloon voor elk uur overwerk. Bij de uitbetaling volgt ook vakantietoeslag en opbouw van vakantie-uren en pensioen.

Na uitbetalen vervalt tijd voor tijd. Als tijd voor tijd binnen zes maanden niet kan, dan volgt automatisch uitbetalen. De oude cao telde een overurentoeslag van 150 procent boven de gemiddeld 42 uur per week. Deze toeslag zit niet in de nieuwe cao.

Feestdagen

Er zijn negen feestdagen vastgelegd in de cao: Nieuwjaarsdag, Eerste en Tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, Eerste en Tweede Pinksterdag, Koningsdag en Eerste en Tweede Kerstdag.

Voor het werken op een feestdag geldt als compensatie tijd voor tijd. Voor elk uur werken op de feestdag staat een uur vervangende doorbetaalde vrije tijd. Is tijd voor tijd binnen zes maanden na de feestdag niet mogelijk, dan geldt 50 procent toeslag op het uurloon van de uren die zijn gewerkt op de feestdag. De tijd-voor-tijdregel vervalt na uitbetalen. De feestdagencompensatie geldt alleen voor vakkrachten.

Tijdelijke contracten

Er mogen drie contracten worden gegeven in twee jaar tijd. De tussenpoos die meetelt voor het twee jaar, is ten hoogste zes maanden. Daar wijkt de cao verder niet van af.

Uitzondering seizoenswerk

De tussenpoos van 6 maanden van artikel 668a van het Burgerlijk Wetboek is voor het echte weersafhankelijke seizoenswerk niet toepasbaar. Daarom geldt voor de seizoenkracht een tussenpoos van ten hoogste drie maanden. Als de seizoenonderbreking langer dan drie maanden duurt zijn telkens seizoencontracten mogelijk.

Nachtdiensten

Per periode van 52 weken mag iemand van 18 jaar en ouder 140 nachtdiensten draaien. Een nachtdienst is een dienst die eindigt na 2.00 uur. Per twee aaneengesloten weken mag iemand maximaal 38 uur werken tussen 0.00 en 6.00 uur. Voor het uitgaansleven is een uitzondering opgenomen (zie verderop). Hier mag je twintig nachtdiensten in vier weken. Dat is opgeteld dus meer dan de 140 diensten van de hoofdregel in een jaar.

De arbeidstijd per nachtdienst is maximaal tien uur. Maximaal vijf keer in elke aaneengesloten periode van veertien keer 24 uren, en maximaal 22 keer in elke aaneengesloten periode van 52 weken, mag maximaal twaalf uur per nachtdienst worden gewerkt, met aansluitend een onafgebroken rusttijd van ten minste twaalf uren.

Voor nachtdiensten in bedrijfsfuncties voor front office in logiesverstrekkende bedrijven ontvangen werknemers een nachttoeslag als de dienst in ieder geval aaneengesloten de uren tussen 0.00 en 6.00 uur omvat. De toeslag is 10 procent op elk uurloon van de volledige nachtdienst, ook voor de uren voor 0.00 en na 6.00 uur.

Zondag

Horecaondernemers mogen medewerkers op alle zondagen inroosteren. Medewerkers stemmen hiermee in als ze hun arbeidsovereenkomst ondertekenen.

Ze moeten dan ook komen werken als ze zijn ingeroosterd. Medewerkers mogen een vrije zondag aanvragen en de werkgever moet dat dan ook toestaan, als ze in een voortschrijdende periode van twaalf maanden ten minste 39 zondagen arbeid hebben verricht.

Nul-uren/invalkrachten

cao horeca
Robèr Willemsen

Alleen over de eerste zes maanden van een dienstverband mag ‘nul-uren’ worden toegepast. Maar voor de invalkracht mag dat ook na die zes maanden. Bij invalwerk geldt dat er geen loonverplichting is, als er geen werk beschikbaar is.

De nieuwe cao geeft een duidelijke definitie van de invalkracht: de invalkracht doet werk dat geen vaste omvang heeft, incidenteel is of afhangt van drukte, beschikbaarheid van mensen et cetera. Als er dan voor de invalkracht geen werk is, heeft hij ook geen loon. De wet vereist hiervoor een aparte functieduiding. Dat is de invalkracht.

Een invalkracht mag een lastminute-oproep weigeren als er bijvoorbeeld al ander werk is aangenomen of er een tentamen of examen is.

Anders is het voor een deeltijdcontract van bijvoorbeeld gemiddeld acht uren per week. Daar geldt gewoon de loonbetalingsplicht als er geen werk is.

Leerlingen

Lonen voor leerlingen volgen het wettelijk minimumjeugdloon. De cao sluit de verlaagde BBL-staffel uit.

Meer lezen over de Horeca cao

Meer lezen over Personeel op Misset Horeca

Cao Nederland Horeca Gilde

De nieuwe cao van KHN en CNV ligt dicht bij de bestaande cao van het Nederlands Horeca Gilde (NHG). Ze blijven naast elkaar bestaan. Bij het NHG zijn ongeveer zeshonderd bedrijven aangesloten, waaronder Bastion Hotels en restaurantketen Humphreys. De NHG-leden houden hun eigen cao, ook als de minister de cao van KHN algemeen verbindend verklaard. Dan gaat deze cao gelden voor ondernemers die niet lid zijn van KHN of het NHG. Of en wanneer de cao algemeen verbindend wordt verklaard, is nu nog niet bekend.