Het duurt nog een twee maanden voordat de poptempel geopend wordt maar veel werk is al af. Zo ook het ontwikkelen van de huisinstallatie. Volgens de bedenkers is die, net als de zaal zelf zo goed afgestemd op popmuziek dat de bekende concertdoofheid (de voortdurende piep na afloop van een optreden) tot het verleden behoort. 'Alle materialen die in deze zaal zijn gebruikt zijn afgestemd op de akoestiek. In een "gewone" popzaal moet een technicus extra frequenties gebruiken om ook het publiek achterin te bereiken. Daardoor ontstaat die concertpiep. In deze zaal hoeft een technicus dat trucje niet toe te passen', aldus C. van Aalst, bedenker van de huisinstallatie.
Geen concurrentie
Mojo verwacht veel van de Music Hall. De concertpromotor heeft al tien jaar te weinig capaciteit in de hoofdstad. Bands die te groot zijn voor Paradiso/Melkweg en te klein voor de ArenA lieten Amsterdam daarom links liggen. 'En dat terwijl veel buitenlandse artiesten juist graag in Amsterdam optreden', aldus Mojo-oprichter L. Ramakers. De zaal voor bands 'in het middensegment' biedt onderdak aan 5500 bezoekers.
De zaal heeft geen vast podium. Net als de tribunes kan ermee worden geschoven. 'Als een optreden niet is uitverkocht kunnen we de tribunes naar voren schuiven. Daarmee lijdt de sfeer niet onder een minder aantal bezoekers', beschrijft directeur P. Stiekema. Mojo denkt dat de nieuwe zaal geen extra concurrentie oplevert voor andere popzalen in Nederland. Volgens een woordvoerster is de capaciteit en de locatie zo bijzonder dat bands die anders niet in Nederland zouden optreden nu wel zullen komen. 'Grote artiesten zullen naar de stadions of grote zalen blijven gaan en kleinere naar de kleine zalen.' Na de kleinschalige opening op 15 maart is de eer aan de Deftones (19 maart) om er als eerste op te treden.
