Keuringsdienst mag bestuurlijke boetes opleggen

De Keuringsdienst van Waren mag sinds februari zelf een boete opleggen bij een overtreding. Door het gebruik van deze bestuurlijke boetes streeft de dienst naar een versterking van de rechtshandhaving. Overtredingen worden immers sneller afgehandeld.

Door een wijziging in de Warenwet heeft het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) de bevoegdheid gekregen zelf een boete op te leggen. De hoogte van de boetebedragen is vastgelegd in een boetelijst. De hoogte van de boete bedraagt meestal Ä1000,- maar kan afhankelijk van de grote van het beboete bedrijf of het aantal malen dat al een overtreding heeft plaatsgevonden hoger zijn. De wijziging van de Warenwet is een uitvloeisel van het regeringsbeleid om de handhaving van de wetgeving te versterken. Door het lik-op-stuk beleid vindt de afhandeling van een sanctie sneller plaats. Daardoor is het verband tussen de overtreding en de boete beter zichtbaar voor de ondernemer.
In de praktijk betekent dit dat een controleur een inspectie verricht of een monster neemt. Als daarbij een overtreding van de Warenwet wordt geconstateerd deelt de controleur mee dat hij een boeterapport opstelt. De ondernemer krijgt de gelegenheid om een verklaring af te leggen, en krijgt een kopie van het boeterapport.
Het onafhankelijk binnen de Keuringsdienst werkende Bureau Bestuurlijke Boetes (BBB) beoordeelt het rapport van de controleur en de verklaring van de ondernemer. Vervolgens stuurt het BBB de ondernemer een kennisgeving dat het een boete op wil leggen. In deze kennisgeving vermeldt het BBB de aard van de overtreding, de hoogte van de boete en de manier waarop de ondernemer zijn zienswijze kan geven. Nadat de ondernemer zijn toelichting heeft gegeven zal het BBB de boetebeschikking vaststellen en verzenden. Binnen twaalf weken moet de boete betaald zijn, anders wordt een aanmaning verzonden. Indien hierna niet tijdig is betaald wordt door middel van een dwangbevel tot invordering overgegaan.
De overtreder kan tegen de boetebeschikking een bezwaarschrift indienen bij het Ministerie van VWS, waarmee de werking van de beschikking wordt opgeschort. Bij afwijzing van het bezwaar is achtereenvolgens beroep mogelijk bij de Arrondissementsrechtbank en het College van Beroep voor het Bedrijfsleven.
Naast de bestuurlijke boetes blijft strafrechtelijke vervolging mogelijk. Bijvoorbeeld als er een direct gevaar is voor de volksgezondheid, of als het economisch voordeel dat behaald is groter is dan de op te leggen boete.