Begin jaren negentig waren struisvogels nog een rage onder Nederlandse boeren. Die verwachtten hoge prijzen voor het vlees en de veren. Deze verwachting is niet uitgekomen. Nederlandse boeren blijken niet op te kunnen tegen het goedkope struisvogelvlees uit Australië en Afrika. ’Struisvogels groeien langzaam en er zit bovendien maar weinig vlees aan. Dat maakt hun biefstuk zo duur’, aldus secretaris F. van der Horst van de Nederlandse Struisvogelhouders Organisatie (NSO) dinsdag. Ook de veren zijn bijna niets waard, omdat ze door de Nederlandse regen niet zo mooi glanzen als die van Afrikaanse soortgenoten.
Eén troost is er wel voor de houders van 's werelds grootste loopvogels. Wegens de tegenvallende inkomsten zijn de boeren vrijgesteld van de heffing van het Productschap Vee en Vlees. De inning zou voor het kleine clubje struisvogelboeren meer kosten dan de heffing opbrengt.
