VNO-NCW wil belasting anders

Bij VNO-NCW zijn de laatste maanden heel veel klachten binnengekomen over de nieuwe fiscale regeling ten aanzien van de bedrijfslunch. De nieuwe regeling bevat niet alleen een aantal praktische onvolkomenheden, ook brengt deze heel veel extra werk met zich mee. VNO-NCW dringt nu bij het ministerie van financiën aan op wijziging.

Op 1 januari van dit jaar werd de zogeheten nieuwe uitvoeringsregeling loonbelasting van toepassing, waardoor de gratis lunchverstrekking duurder gaat uitvallen, zowel voor werkgever als werknemer (zie ook Catering Magazine 4/2001 pag. 18 – Fiscus wil meer uit de bedrijfslunch halen). Voorheen werden de door de werkgevers aan werknemers verstrekte kantinemaaltijden belast volgens een vast, forfaitair bedrag. Onder de nieuwe regeling worden de verstrekte maaltijden belast op basis van hun ‘economische waarde’. De hogere bijtelling is alleen níet van toepassing als de werkgever voor de maaltijden gemiddeld een bepaald minimum aan eigen bijdrage betaalt. Maar dat moet dus geadministreerd worden. Blijkt uit een dergelijke administratieve toetsing dat te weinig in rekening is gebracht, dan worden de maaltijden alsnog belast op die hogere economische waarde. Kortom: een enorme administratieve rompslomp, die bovendien praktisch moeilijk sluitend is te maken. Anders gezegd: Zoiets ongelukkigs kan men alleen in Den Haag bedenken.
VNO-NCW spreekt van ‘een regeling die voor ondernemingen administratief een crime is en financieel ook nog ongelukkig uitpakt.’ Bij het Ministerie van Financiën heeft VNO-NCW onderhand gepleit voor terugkeer naar het oude systeem van de forfaitaire bijtelling. De economische waarde moet in ieder geval van tafel, vindt VNO-NCW; die daaraan toevoegt dat er in feite al een praktische manier bestaat om de minimum eigen lunchbijdrage van werknemers te berekenen. Namelijk via de omzetbelasting.