Koopzondag levert extra banen op

De invoering in 1996 van de wekelijkse koopzondag in de Amsterdamse binnenstad heeft geleid tot een sterke stijging van het aantal banen in de horeca en de detailhandel. Waarschijnlijk profiteren voornamelijk vrouwen, studenten en scholieren van de toegenomen werkgelegenheid.

In de horeca viel een stijging te zien van 32 procent in de hele stad en 37 procent in het centrum, tot in totaal 11.666 mensen. Dat blijkt uit antwoorden van het college van burgemeester en wethouders op vragen van de VVD.

De koopzondag in het Amsterdamse stadshart staat met enige regelmaat ter discussie. Dat heeft voor een belangrijk deel met de verkeersoverlast te maken. De trouwste bezoekers van de koopzondag blijken bewoners van de binnenstad en forensen te zijn. Van de centrumbewoners maakt 48 procent een keer in de maand van de gelegenheid gebruik om op zondag te winkelen. Van de forensen doet 47 procent dat, tegenover 26 procent van de andere Amsterdammers en 10 procent van de regiobewoners. Een kwart van de forensen en de Amsterdammers komt met de auto.

Het winkelend publiek uit de rest van het land neemt in bijna de helft van de gevallen de auto. Wat de geschatte extra inkomsten van ondernemend Amsterdam zijn door de koopzondag valt niet te zeggen. Volgens het college laten de omzetcijfers in de detailhandel en de horeca in 1999 een stijging zien van respectievelijk 24,5 en 37 procent ten opzichte van 1996, maar het is onduidelijk of die helemaal aan de zondag valt toe te schrijven.