Brandbestrijding Bonte Wever te laat

Bij de bestrijding van de brand in het uitgaanscentrum De Bonte Wever in Slagharen op 7 mei 2001 hebben de brandweer en de gemeente Hardenberg steken laten vallen. Ook de hulpverlening schoot tekort.

Dat blijkt uit het rapport 'Evaluatie brand De Bonte Wever', dat donderdagmorgen 11 april is gepresenteerd. Het onderzoek door een extern bureau is uitgevoerd in opdracht van de gemeente Hardenberg en de regio IJssel-Vecht.

Aanvankelijk probeerde de brandweer het vuur, dat rond half een 's middags begon bij de sauna, vanuit het pand zelf te blussen. De onderzoekers concluderen dat al snel duidelijk was dat een dergelijke bluspoging zinloos was en bovendien risico's met zich meebracht voor het brandweerpersoneel. De aandacht had eerder gericht moeten worden op bescherming van de omgeving van het complex, aldus het rapport.

Het aantal brandweereenheden dat kort na het uitbreken van de brand werd opgeroepen, had groter moeten zijn. Ten onrechte werd de brand ingeschat als 'niet bijzonder' en 'beheersbaar'. Ook had eerder een crisisteam moeten worden samengesteld.

De eerste bijeenkomst van het beleidsteam vond plaats om 16.15 uur. Pas tijdens de tweede bijeenkomst van het team, om half zes, werd vastgesteld dat De Bonte Wever verloren zou gaan.

De gemeente begon verder te laat met de opvang en verzorging van slachtoffers. De Bonte Wever had de gasten van het complex zelf ergens anders ondergebracht, aanvankelijk te dicht bij de brandhaard. De medewerkers van de Bonte Wever die de eerste rook ontdekten, hebben zelf geprobeerd te blussen. De brandweer had meteen moeten worden ingelicht, stellen de onderzoekers.

Het dak van een woonboerderij, op 350 meter afstand van De Bonte Wever, vatte rond kwart over vier vlam. Het duurde lang voordat een van de vele aanwezige brandweervoertuigen werd ingezet. Uiteindelijk brandde de boerderij ook af.