Bovendien mogen banken die zijn aangesloten bij Visa voortaan niet meer rekenen dan 28 eurocent voor pinnen met de creditcard in het buitenland. Dat heeft de Europese Commissie woensdag 24 juli bekendgemaakt.
De bepaling geldt voor de landen die deel uitmaken van de Europese Economische Ruimte. Daartoe behoren buiten de EU ook Noorwegen, IJsland en Liechtenstein. De banken hoeven overigens niet de provisie aan te passen die ze nu bij winkeliers en horecaondernemers in rekening brengen over binnenlandse betalingen en bedrijfsuitgaven met creditcards. In Nederland hanteren banken voor deze transacties een vast tarief van 27 eurocent.
Visa heeft zelf voorgesteld de tarieven die de banken in rekening brengen bij winkeliers, hoteliers en restauranthouders, drastisch aan te passen. Dit naar aanleiding van een klacht van de Europese koepelorganisatie EuroCommerce in 1997 over de hoge tarieven die banken berekenen over grensoverschrijdende betalingen met Visa-kaarten. Ook tegen Eurocard/Mastercard is een klacht ingediend, maar naar de tarieven van deze maatschappij loopt nog een onderzoek.
Volgens de winkeliers functioneren grote verstrekkers van de plastic kaartjes als Visa en Mastercard momenteel als een soort kartel. Banken die in de maatschappijen participeren zouden eenzijdig de tarieven vaststellen voor het gebruik van de kaarten. De manier waarop de prijzen worden berekend en welke kosten de banken maken, is volgens de branche bovendien volstrekt ondoorzichtig.
De Europese Commissie heeft Visa dan ook gemaand de banken toe te staan winkeliers inzicht te geven in de kosten. Tot nu toe zou de maatschappij dit weigeren uit vrees voor onthulling van bedrijfsgevoelige informatie. Visa moet voortaan de ondernemers duidelijk maken dat ze informatie over de kostenstructuur kunnen krijgen, maar dat ze daar wel zelf om moeten vragen.
De commissie verwacht dat de aanpassingen die Visa moet doorvoeren, voor winkeliers leidt tot ‘belangrijke verbeteringen’. De lagere kosten voor de ondernemers zouden uiteindelijk ook voelbaar moeten zijn in de portefeuille van de consument. De Raad Nederlandse Detailhandel (RND) noemt het mooi dat de buitenlandse tarieven omlaag gaan. In Nederland wordt volgens RND nu nog over betalingen met een buitenlandse Visa-kaart een provisie van 4,35 procent berekend door de banken. ‘Alleen jammer dat de verlaging pas in 2007 verplicht is’, stelt een woordvoerster. De brancheorganisatie is ook teleurgesteld, omdat enkel het voorstel van Visa zou zijn overgenomen. ‘Het probleem van kartelvorming blijft in stand. De creditcardmaatschappij behoudt een uitzonderingspositie ten opzichte van normale mededingingsregels, waardoor winkeliers in hun keuze worden beperkt.’
