Banengroei valt terug; ook in de horeca

Alleen in de zorg en bij de overheid groeit het aantal banen nog. In de rest van de economie sputtert de banenmotor. De groei in de bedrijfstakken horeca, handel, en reparatie en de sectoren vervoer en communicatie ligt met respectievelijk 1,4 en 1,1 procent onder het landelijk gemiddelde.

Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) valt de totale groei van de werkgelegenheid in het eerste kwartaal van dit jaar terug. Het CBS heeft donderdag 27 juni bekendgemaakt dat de banengroei in de eerste drie maanden van dit jaar maar 1,5 procent hoger is in vergelijking met een jaar eerder. In 2001 nam de werkgelegenheid in dezelfde periode nog gemiddeld met 2,3 procent toe.

De werkgelegenheid reageert vertraagd op de lagere economische groei, die zich al in de loop van 2001 openbaarde. Volgens het CBS ligt de banengroei overigens nog steeds iets boven de economische groei. Het CBS heeft woensdag al bekendgemaakt dat er minder vacatures openstaan. Een afname van het aantal extra banen dat wordt gecreëerd en een daling in de vacatures die beschikbaar zijn, gelden samen met een stijging van de werkloosheid als signalen die wijzen op een minder voortvarende economie.

Het aantal banen is het eerste kwartaal van dit jaar met 108.000 gestegen tot bijna 7,5 miljoen. De zorg en overheid waren samen goed voor ruim driekwart van de totale groei in Nederland met een toename van 4 procent. In de zorg zijn 56.000 banen bijgekomen en bij de overheid zijn 28.000 extra arbeidsplaatsen ontstaan.

In de rest van de economie kwam de groei van de werkgelegenheid in de eerste drie maanden uit op 0,5 procent. Een jaar eerder was het stijgtempo in de bedrijven al teruggelopen tot 1,8 procent. Het CBS concludeert dat de werkgelegenheid hier nauwelijks meer groeit.

In de industrie en financiële- en zakelijke dienstverlening zijn zelfs minder banen genoteerd dan een jaar eerder. De werkgelegenheidsgroei gemeten in arbeidsjaren is eveneens afgenomen. In de eerste drie maanden van 2000 en 2001 steeg het aantal arbeidsjaren bij voltijdsbanen telkens nog met 2,1 procent. In het eerste kwartaal dit jaar is de toename gedaald tot 1,4 procent. Bij mannen is de groei afgevlakt tot 0,7 procent en voor vrouwen kwam de toename uit op 2,6 procent.