WHO wil meer onderzoek naar gevaren patat en chips

Voedseldeskundigen van de wereldgezondheidsorganisatie WHO willen meer onderzoek doen naar de mogelijke gevaren van het eten van gebakken en gefrituurd voedsel. Voor een gefundeerd advies aan consumenten is er momenteel te weinig informatie voorhanden.

Dat bleek donderdag 27 juni na een driedaagse bijeenkomst van de experts in Genéve. Aanleiding voor de vergadering was recent Zweeds onderzoek naar mogelijk kankerverwekkende stoffen in producten als chips of patat.

Na publicatie van dit Zweedse onderzoek kwamen verscheidene nationale gezondheidsautoriteiten met waarschuwingen voor de ziekmakende stof acrylamide. Die zou ontstaan bij de bereiding van aardappelproducten onder zeer hoge temperaturen. Vooral in chips zou de stof veel voorkomen, maar ook crackers zouden acrylamide bevatten.

Een aantal vooraanstaande voedingswetenschappers zei in april dat de gezondheidsautoriteiten met hun waarschuwingen waarschijnlijk overhaast te werk zijn gegaan. Zij noemden de resultaten ongefundeerd. Bovendien hebben de onderzoekers het risico op kanker voor consumenten op onverantwoorde wijze gedramatiseerd, vinden ze.

De WHO kondigde aan de zaak te zullen bespreken. In Nederland kondigden de Keuringsdienst van Waren en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) aan onderzoek te doen naar de stof.