Deze aantallen verwacht de overkoepelende organisatie Toerisme Recreatie Nederland (TRN). ‘Het lijkt er de laatste jaren op dat het aantal grote vakanties in eigen land stabiliseert. De groei zit eigenlijk alleen nog in de korte vakanties in het voor- en naseizoen’, aldus de TRN-zegsman woensdag 26 juni.
Een grote vakantie bestaat volgens TRN uit minimaal vijf dagen. Gemiddeld brengt een Nederlander elf tot twaalf dagen in eigen land door als zomervakantie. Uit Duitsland komen de meeste buitenlandse bezoekers. Maar met ongeveer 800.000 zijn ze kleiner in aantal dan vorig jaar toen circa 850.000 Duitsers langskwamen.
Die daling wordt volgens de TRN-schattingen wel weer geheel goedgemaakt door een stijgend aantal Belgen en Engelsen. TRN verwacht komende zomer circa 350.000 Engelsen en 175.000 Belgen.
De Nederlanders staan meestal op de camping of overnachten in een bungalow. Zij zoeken daarbij vooral de kustgebieden inclusief de Waddeneilanden op en verder de bosrijke gebieden in Gelderland, Overijssel en Noord-Brabant. Ze geven ongeveer ongeveer 1 miljard euro uit. Dat is iets meer dan vorig jaar, toen werd nog 0,9 miljard besteed in eigen land.
De Duitsers zijn doorgaans te vinden aan de kust, Engelsen en Amerikanen in Amsterdam en Belgen mogen graag fietsen in ons land. De buitenlanders leveren in de twee zomermaanden ongeveer 0,7 miljard op aan toeristische inkomsten. Dat is vrijwel hetzelfde als vorig jaar.
