'Wij zien absoluut tegenstrijdigheden met wat de overheid eerder met ons heeft afgesproken', aldus directeur J. Claes van Horeca Nederland vrijdag.
Volgens Claes gaat het voorstel dat donderdag aan de Tweede Kamer is gestuurd, vooral ten koste van de 99-jarige erfpachtovereenkomsten die wegrestaurants met de overheid hebben. Deze bepalen onder meer dat de horecaondernemers binnen een straal van veertig kilometer geen concurrentie hoeven te vrezen.
Volgens de minister moeten wegrestaurants deze contracten inruilen voor een nieuwe, servicestationconcessie van vijftien jaar als zij met de pomphouders gaan concurreren. 'Dat betekent contractbreuk en daar willen wij een compensatieregeling voor', stelt de KHN-directeur. Volgens hem bepalen de huidige contracten van benzinestations dat zij binnen een straal van twintig kilometer geen concurrentie hoeven te verwachten.
De KHN-directeur klaagt bovendien dat wegrestaurants niet een eerlijke kans hebben ten opzichte van de pompstations. 'De horecaondernemers hebben er straks in een keer ruim tweehonderd concurrenten bij. Het is veel makkelijker om alle vergunningen voor een restaurant in huis te halen dan voor een benzinestation', stelt hij.
Claes benadrukt dat hij niet tegen meer marktwerking is. Veel benzinestations zijn al volop actief op het terrein van de horeca, meent hij. 'Veel hebben een soort van snackcorner, waar mensen staande een hapje en een drankje kunnen nuttigen.'
Nog weinig uitbaters van wegrestaurants werken op het terrein van pomphouders. Sommige Van der Valk-hotels die langs de weg zitten, laten een derde partij op hun terrein een benzinestation runnen. 'Een deel van de benzineopbrengsten gaat dan naar ons. Er bestaat niet een directe behoefte om zelf benzine te gaan verkopen. Schoenmaker hou je bij je leest, zal ik maar zeggen', aldus directeur M. van der Valk van het gelijknamige hotel in Vianen.
