nieuws
Grote steden blijven nummer één voor buitenlandse gasten
De vier grote steden in ons land blijven met afstand de grootste trekpleister voor buitenlandse toeristen. Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht waren goed voor 4.169.000 toeristen in 2002. Een stijging van 2,1 procent ten opzichte van 1999. De grote vier trekken binnen de helft van alle buitenlandse toeristen.
Achtervolger Noordzeeplaatsen verloor in drie jaar tijd ruim tien procent toeristen. In 2002 bezochten 1.183.000 buitenlandse vakantiegangers de Noordzeekust, in 1999 waren dat er nog 1.328.000. Ook de binnenlandse kuststreek leverde in. De IJsselmeerkust noteerde 21 procent minder buitenlandse gasten in 2002 ten opzicht van 1999.
Overzicht:
2002 | groei in % sinds’99 | |
Vier grote steden (A’dam, R’dam, Den Haag, Utrecht) | 4.169 | + 2,1 |
Noordzeebadplaatsen | 1.183 | – 10,9 |
West- en midden Brabant | 505 | – 7,3 |
O-Brabant, N-M Limburg, Rijk van Nijmegen | 468 | – 8,1 |
IJsselmeerkust | 308 | – 21,1 |
Zuid Limburg | 287 | – 4,3 |
Waddeneilanden | 239 | – 9,8 |
Deltagebied | 208 | + 19,5 |
Veluwe | 191 | – 24,2 |
Groningse, Friese en Drentse zandgronden | 162 | + 11,0 |
Twente, Salland, Vechtstreek | 162 | – 14,3 |
Utrechtse heuvelrug, het Gooi | 125 | + 1,6 |
Hollandse en Utrechtse meren | 118 | – 11,3 |
Achtervolger Noordzeeplaatsen verloor in drie jaar tijd ruim tien procent toeristen. In 2002 bezochten 1.183.000 buitenlandse vakantiegangers de Noordzeekust, in 1999 waren dat er nog 1.328.000. Ook de binnenlandse kuststreek leverde in. De IJsselmeerkust noteerde 21 procent minder buitenlandse gasten in 2002 ten opzicht van 1999.
Overzicht:
2002 | groei in % sinds’99 | |
Vier grote steden (A’dam, R’dam, Den Haag, Utrecht) | 4.169 | + 2,1 |
Noordzeebadplaatsen | 1.183 | – 10,9 |
West- en midden Brabant | 505 | – 7,3 |
O-Brabant, N-M Limburg, Rijk van Nijmegen | 468 | – 8,1 |
IJsselmeerkust | 308 | – 21,1 |
Zuid Limburg | 287 | – 4,3 |
Waddeneilanden | 239 | – 9,8 |
Deltagebied | 208 | + 19,5 |
Veluwe | 191 | – 24,2 |
Groningse, Friese en Drentse zandgronden | 162 | + 11,0 |
Twente, Salland, Vechtstreek | 162 | – 14,3 |
Utrechtse heuvelrug, het Gooi | 125 | + 1,6 |
Hollandse en Utrechtse meren | 118 | – 11,3 |