FNV Horecabond: 'Niet nog twee jaar op nullijn

FNV Horecabond: 'Niet nog twee jaar op nullijn

'Ik denk dat onze leden met hun stem tegen het akkoord tussen kabinet en FNV aangeven dat voor hen de maat vol is. Bij de CAO-onderhandelingen in 2002 hebben we een aantal verslechteringen van de cao moeten accepteren. Daarom willen onze leden nu niet nog eens twee jaar op de nullijn gaan zitten.' Dat zegt voorzitter Ben Francooy van de FNV Horecabond in reactie op de uitslag van de ledenraadpleging van de FNV.

De leden van de FNV Horecabond hebben zich uitgesproken tegen het voorgenomen sociaal akkoord zoals dat de afgelopen weken is voorgelegd aan alle FNV leden. Van de 2.627 ingestuurde formulieren (een kleine 10 procent van het ledenbestand), was 52 procent tegen. Voor het akkoord stemde 45 procent van de leden. Samen met de kappersbond (waar zelfs 78 procent tegen is) en de Bouwbond zijn dit de enige van de veertien FNV-bonden waarvan de leden zich tegen het akkoord hebben uitgesproken.

Op 13 november bepaalt de Bondraad (het 'parlement' van de FNV Horecabond) haar standpunt. Francooy zal als voorzitter van het dagelijks bestuur de Bondsraad adviseren de stem van de leden te volgen en zich uit te spreken tegen het ondertekenen van het sociaal akkoord.

Op 17 november hakt de Federatieraad, waarin alle bonden stemrecht hebben, de knoop door. Daarin is een ruime meerderheid voor het akkoord.

'Niets is echter zeker,' aldus Francooy. 'Zowel de Bondsraden als de Federatieraad kunnen een andere weg volgen. Het aantal voorstemmers is in het algemeen niet zo overweldigend.'

'Wel duidelijk is dat goedkeuring van deze overeenkomst met het kabinet een zware druk legt op de komende CAO-onderhandelingen. Als er geen mogelijkheid bestaat de lonen in horeca, recreatie en catering op te trekken, zullen we het moeten zoeken in een eenmalige uitkering, compensatie van gestegen ziektekosten en forse verbeteringen van andere arbeidsvoorwaarden. Deze uitslag is voor ons een teken dat we ons sterk moeten inzetten om de inkomsten en arbeidsomstandigheden van onze leden op peil te houden.'