Horeca krijgt meer tijd voor eigen rookbeleid

Cafés en restaurants krijgen meer tijd om een eigen antirookbeleid op te zetten. De verplichting dat horecagelegenheden uiterlijk 1 januari 2005 over rookvrije ruimtes moeten beschikken, gaat voor onbepaalde tijd de koelkast in als de sector voor kerst van dit jaar met een doortimmerd stappenplan komt.

Dat heeft minister Hoogervorst van Volksgezondheid afgesproken met Koninklijk Horeca Nederland, bevestigde een woordvoerder van het ministerie woensdag. Het stappenplan moet er vooral op gericht zijn het roken onder jeugdige cafébezoekers te ontmoedigen.

Het is de tweede handreiking van het departement naar de horeca. Oorspronkelijk zouden drank- en eetgelegenheden al op 1 januari een rookvrije werkomgeving voor het personeel moeten hebben. Die verplichting werd na aandringen van Horeca Nederland met een jaar opgerekt.

Afgelopen maandag slaagde de belangenvereniging erin de bewindsman te overtuigen dat ook 1 januari 2005 nog te kort dag is voor de meeste horecaondernemers. Hoogervorst is nu bereid de branche de kans te geven een eigen ontmoedigingsbeleid op te zetten, als dat plan voor kerst bij hem op het bureau ligt.

Niet-rokers-vereniging CAN is woedend en vindt dat Hoogervorst onjuiste argumenten hanteert zoals eventueel banenverlies. Het maatschappelijk draagvlak voor rookvrije horeca is veel groter dan de bewindsman denkt, aldus CAN. De organisatie is van plan dit najaar een campagne voor een rookvrije horeca te beginnen.

De Stichting Rokersbelangen (SRB) is juist opgelucht. 'De overheid erkent met het terugdraaien van de plannen dat de roker onevenredig hard zou worden aangepakt', aldus bestuurslid T. Wurtz. 'De horeca kan heel goed zelf zorgen voor de niet-rokers zonder dat de rokende klant wordt verbannen.'

Het Astma Fonds noemt het uitstel 'onacceptabel dat werknemers en bezoekers van uitgaansgelegenheden niet beschermd zijn tegen de schadelijke gevolgen van tabaksrook.' De organisatie wijst op de de Tabakswet waarin onder andere staat dat elke werknemer recht heeft op een rookvrije plek.

Een andere wens van KHN, om uitbaters niet langer strafbaar te stellen voor de verkoop van drank aan jongeren onder de 16 jaar, neemt de bewindsman mee naar zijn collega van Justitie Donner. Volgens de horecaondernemers is deze wettelijke verplichting voor hen niet te handhaven. Niet alleen is het vaak moeilijk te zien of iemand jonger is dan 16, maar vaak wordt het biertje gekocht door een ouder vriendje of familielid.

De vereniging wil daarom invoering van het Amerikaanse systeem, dat jongeren zelf strafbaar stelt als zij alcohol nuttigen.

Dat heeft minister Hoogervorst van Volksgezondheid afgesproken met Koninklijk Horeca Nederland, bevestigde een woordvoerder van het ministerie woensdag. Het stappenplan moet er vooral op gericht zijn het roken onder jeugdige cafébezoekers te ontmoedigen.

Het is de tweede handreiking van het departement naar de horeca. Oorspronkelijk zouden drank- en eetgelegenheden al op 1 januari een rookvrije werkomgeving voor het personeel moeten hebben. Die verplichting werd na aandringen van Horeca Nederland met een jaar opgerekt.

Afgelopen maandag slaagde de belangenvereniging erin de bewindsman te overtuigen dat ook 1 januari 2005 nog te kort dag is voor de meeste horecaondernemers. Hoogervorst is nu bereid de branche de kans te geven een eigen ontmoedigingsbeleid op te zetten, als dat plan voor kerst bij hem op het bureau ligt.

Niet-rokers-vereniging CAN is woedend en vindt dat Hoogervorst onjuiste argumenten hanteert zoals eventueel banenverlies. Het maatschappelijk draagvlak voor rookvrije horeca is veel groter dan de bewindsman denkt, aldus CAN. De organisatie is van plan dit najaar een campagne voor een rookvrije horeca te beginnen.

De Stichting Rokersbelangen (SRB) is juist opgelucht. 'De overheid erkent met het terugdraaien van de plannen dat de roker onevenredig hard zou worden aangepakt', aldus bestuurslid T. Wurtz. 'De horeca kan heel goed zelf zorgen voor de niet-rokers zonder dat de rokende klant wordt verbannen.'

Het Astma Fonds noemt het uitstel 'onacceptabel dat werknemers en bezoekers van uitgaansgelegenheden niet beschermd zijn tegen de schadelijke gevolgen van tabaksrook.' De organisatie wijst op de de Tabakswet waarin onder andere staat dat elke werknemer recht heeft op een rookvrije plek.

Een andere wens van KHN, om uitbaters niet langer strafbaar te stellen voor de verkoop van drank aan jongeren onder de 16 jaar, neemt de bewindsman mee naar zijn collega van Justitie Donner. Volgens de horecaondernemers is deze wettelijke verplichting voor hen niet te handhaven. Niet alleen is het vaak moeilijk te zien of iemand jonger is dan 16, maar vaak wordt het biertje gekocht door een ouder vriendje of familielid.

De vereniging wil daarom invoering van het Amerikaanse systeem, dat jongeren zelf strafbaar stelt als zij alcohol nuttigen.