Geen straf in Tilburgse lunchroommoord

De rechtbank in Breda heeft maandag de 41-jarige H. van O. uit Tilburg, die ervan werd verdacht haar ex-vriend J.M. te hebben doodgeschoten, ontslagen van rechtsvervolging. De rechtbank achtte doodslag bewezen, maar gaf de vrouw geen straf omdat ze handelde uit grote angst, zogeheten noodweerexces.

De eigenares van lunchroom Panache op de Westermarkt in Tilburg schoot op 8 mei vorig jaar op klaarlichte dag haar ex-vriend dood met zes kogels. Vlak voor het schietincident was de vrouw door de dronken J.M. zwaar mishandeld. Toen een omstander haar kwam helpen zag zij kans haar belager neer te schieten.

Zij wilde voorkomen dat M. de andere man zou vermoorden, aldus de rechtbank. De eigenares had M. in haar zaak leren kennen. Nadat ze een keer samen uit waren geweest dacht hij dat ze een relatie hadden, maar wat haar betrof was dat niet zo. Hij bleef haar daarna lastigvallen. Drie maanden lang werd ze bedreigd en mishandeld. Hij zat hele dagen op het terras van haar zaak. Ze durfde niet naar de politie, want ze was bang dat het dan alleen maar erger zou worden.

Op de dag van de schietpartij zat J.M. al om 09.00 uur in de zaak van Van O. Hij zou veel jenever hebben gedronken. Toen zij een klant kuste ging M. door het lint. Volgens het rapport van de psychiater was de vrouw tijdens de schietpartij in sterke mate ontoerekeningsvatbaar.

De officier van justitie eiste eerder ontslag van rechtsvervolging omdat de vrouw uit zelfverdediging zou hebben gehandeld (noodweer). De rechter sprak echter van noodweerexces, omdat de verdachte in een hevige gemoedstoestand (angst) heeft gehandeld.

De eigenares van lunchroom Panache op de Westermarkt in Tilburg schoot op 8 mei vorig jaar op klaarlichte dag haar ex-vriend dood met zes kogels. Vlak voor het schietincident was de vrouw door de dronken J.M. zwaar mishandeld. Toen een omstander haar kwam helpen zag zij kans haar belager neer te schieten.

Zij wilde voorkomen dat M. de andere man zou vermoorden, aldus de rechtbank. De eigenares had M. in haar zaak leren kennen. Nadat ze een keer samen uit waren geweest dacht hij dat ze een relatie hadden, maar wat haar betrof was dat niet zo. Hij bleef haar daarna lastigvallen. Drie maanden lang werd ze bedreigd en mishandeld. Hij zat hele dagen op het terras van haar zaak. Ze durfde niet naar de politie, want ze was bang dat het dan alleen maar erger zou worden.

Op de dag van de schietpartij zat J.M. al om 09.00 uur in de zaak van Van O. Hij zou veel jenever hebben gedronken. Toen zij een klant kuste ging M. door het lint. Volgens het rapport van de psychiater was de vrouw tijdens de schietpartij in sterke mate ontoerekeningsvatbaar.

De officier van justitie eiste eerder ontslag van rechtsvervolging omdat de vrouw uit zelfverdediging zou hebben gehandeld (noodweer). De rechter sprak echter van noodweerexces, omdat de verdachte in een hevige gemoedstoestand (angst) heeft gehandeld.