Jongeren geven aan bijvoorbeeld liever op wintersport te gaan tijdens de voorjaarsvakantie, wanneer het feest traditioneel plaatsheeft. Een derde van de achthonderd ondervraagden geeft aan minder carnaval te vieren. Bijna eenvijfde zegt echter juist meer aan het volksfeest te doen. Ruim de helft van de bevolking heeft niet het idee dat carnaval aan populariteit inboet, blijkt uit het onderzoek.
Minder dan de helft (44 procent) van de Brabanders viert nog carnaval. In West-Brabant is het feest nog het meest geliefd. In die regio zijn de bewoners ook het minst somber over de toekomst van het volksfeest. West-Brabanders drinken het meest van alle provinciegenoten, 13,4 glazen bier per dag, geven het meeste geld uit (193 euro) en hebben het meest last van agressie. Ruim eenderde heeft het gevoel dat het feest gevaarlijker wordt.
West-Brabanders kampen eveneens met 'carnavalsnostalgie', bijna de helft denkt dat het feest vroeger leuker was. Ze hebben eveneens weinig op met 'vreemde' carnavalsvierders van boven de rivieren. De 'Hollandse feestneuzen' doen volgens de autochtone Brabanders geen goed aan het feestgedruis.
De kroeg is volgens de ondervraagden de meest populaire plek om carnaval te vieren, gevolgd door het kinderfeest.
