Rookverbod zorgt voor spanning in dorpshuizen

Het rookverbod voor dorpshuizen zorgt in toenemende mate voor spanningen binnen Friese dorpen. Sinds 1 januari 2004 mag er in nagenoeg alle 230 Friese dorpshuizen niet meer worden gerookt. Omdat de Voedsel- en Warenautoriteit (VWA) het rookverbod echter niet controleert, wordt er in een deel van de dorpshuizen gewoon doorgerookt.

’Een dorpshuisbestuur moet wettelijk gezien het roken verbieden, maar bezoekers zeggen dan dat zij de eventuele boete wel betalen. Dat betekent dus dat de besturen politieagent in eigen dorp moeten gaan spelen. Maar dat is de taak van de VWA, niet van de besturen’, aldus consulent J. de Knegt van de Stichting Samenwerking van Dorpshuizen in Friesland (SDF) dinsdag. Volgens De Knegt ontstaan er dan ook, in vooral Friesland, irritaties tussen besturen en dorpsbewoners over het rookverbod.

Volgens een woordvoerder van de VWA wordt er wel degelijk gecontroleerd. ‘Waar een verbod is, wordt gehandhaafd. Dus ook in Friese dorpshuizen’, aldus de zegsvrouwe. Zogenaamde DHT-teams (Drank-, Horeca- en Tabakswet) van de VWA zouden de controles uitvoeren. Cijfers over het aantal controles en uitgedeelde boetes door die teams zijn echter niet bekend.

Voorzitter G. Veenstra van dorpshuis de Bining in Twijzel vindt dat de 'Haagse' wetgeving onnodig conflicten veroorzaakt. ‘Men had het gewoon aan de dorpshuizen zelf moeten overlaten. Dan was dat binnen de dorphuizen wel pragmatisch opgelost. Mocht dat dan niet hebben gewerkt, dan had er alsnog vanuit Den Haag sturing kunnen komen’, aldus Veenstra.