Verdachte hotelmoord krijgt 15 jaar

De rechtbank in Amsterdam heeft donderdag de 17-jarige D.A. veroordeeld tot vijftien jaar gevangenisstraf. De rechter achtte het bewezen dat de Kroaat op 30 december 2002 samen met een ander Fred Hoekstra en Gijs de Mol van Otterloo in het Amsterdamse hotel The Quentin heeft vermoord.

Het Openbaar Ministerie (OM) eiste twee weken geleden achttien jaar celstraf. Hoewel het bewijs niet bijzonder overtuigend was, vond officier van justitie H. Oppe, dat een aantal zaken overduidelijk was. Hij hechtte dan ook weinig waarde aan de verklaring waarmee A. tijdens de zitting vanuit het niets mee op de proppen kwam. Ook de rechter geloofde dit verhaal niet en vond het vreemd dat hij dit niet eerder had verteld.

De Kroaat vertelde de rechter dat hij twee kennissen uit voormalig Joegoslavië, van wie hij de naam niet wil noemen, had geholpen bij de overval in het hotel. Hij zou alleen slechts tien minuten binnen zijn geweest om hen de weg te wijzen en verklaarde dat hij niet betrokken was bij de moord op de twee Amsterdammers. In ruil voor de hulp zou hij een deel van de buit, die uiteindelijk slechts 180 euro bedroeg, krijgen.

Volgens de rechter was A. wel degelijk betrokken bij de moord omdat er bloedsporen van hem in het hotel zijn aangetroffen. A. kon tijdens de zitting niet verklaren waar de met vers bloed besmeurde vingerafdrukken vandaan kwamen. Verder voldeed de verdachte aan het signalement van de portier van het hotel, die door de overvallers in het washok met geweld werd overmeesterd en vastgebonden. De rechtbank vond het bovendien een vreemde zaak dat de Kroaat meteen de volgende dag zonder goede reden het land was uitgevlucht.

Hoewel de ware toedracht van de moord onduidelijk is gebleven, omdat A. niet bereid was volledig openheid van zaken te geven, gaat de rechtbank er vanuit dat het een ‘vreselijk uit de hand gelopen roofoverval betreft, waarbij de daders gestoord werden door de toevallig daar aanwezige slachtoffers’. Hij heeft daarmee Hoekstra en De Mol van Otterloo hun ‘kostbaarste bezit, het leven’ ontnomen, aldus de rechter. Bovendien heeft de kneveling van de portier van het hotel grove inbreuk gemaakt op zijn persoonlijke levenssfeer en bewegingsvrijheid. Nadat hij zich had weten te bevrijden, trof hij de mannen hevig bloedend aan in de lobby.

Hoekstra en De Mol van Otterloo kwamen tijdens de bewuste nacht naar het hotel om nog een afzakkertje te nemen. Ze vierden dat Hoekstra die dag te horen had gekregen dat hij vader zou worden. De Mol van Otterloo overleed ter plekke, Hoekstra een dag later in het ziekenhuis.