In de strandtent, waar enkele honderden mensen op de been waren voor de presentatie van een nieuwe cd, braken meerdere vechtpartijen uit. Bij V. sloegen de stoppen door toen een nichtje van zijn vriendin met een glas in haar gezicht werd geslagen.
Toen de verdachte zelf klappen kreeg, ging hij verhaal halen. Getuigen hebben gezien hoe het slachtoffer met één klap werd geveld, waarna hij achterover viel. De man overleed de volgende dag aan hersenletsel.
De discotheekeigenaar was speciaal ingehuurd om de beveiliging in de strandtent te verzorgen. V. raakte ook in gevecht met twee andere beveiligers. De verdachte stopte pas nadat een barkeeper hem met een honkbalknuppel op zijn hoofd sloeg.
De Haarlemmer zei zich een deel van het geweld van die avond niet meer te herinneren. Hij kon zich ook niet voorstellen dat hij de discotheekeigenaar heeft geslagen en weigert spijt te betuigen voor iets wat hij zich niet kan herinneren. Verschillende getuigen in de strandtent hebben V. zien slaan.
Officier van justitie F. Schlingemann vond dat er onvoldoende bewijs is voor doodslag. Zij achtte zware mishandeling die tot de dood heeft geleid wel bewezen. De officier nam het V. kwalijk dat hij geen enkele verantwoordelijkheid neemt voor de dood van de discotheekeigenaar, terwijl getuigen in het strandpaviljoen hem toch als dader hebben herkend. V. zei zich wel schuldig te voelen voor zijn aandeel in de vechtpartijen, maar ziet zichzelf niet als hoofdverantwoordelijke.
Advocaat P. Beijen vond dat V. niet verantwoordelijk kan worden gesteld voor de dood van de discotheekeigenaar. Volgens hem blijkt uit diverse bronnen dat het slachtoffer nadat hij is geslagen ook nog door een ander tegen zijn hoofd is geschopt. De raadsman vroeg de rechtbank de verdachte daarom alleen te veroordelen voor mishandeling. Hij pleitte voor een fors lagere straf.
Uitspraak 20 oktober.
