Musicalsterren vormen nieuw operettegezelschap

Maaike Widdershoven, Antje Monteiro, Rein Kolpa en Jeannine Geerts, allen bekend uit onder meer de musicalwereld, zijn over een jaar te zien in de allereerste productie van het nieuwe Nederlands Operette Theater (NOT), La Vie Parisienne van Offenbach in een vertaling van Seth Gaaikema. Ook Peter Bording en Ernst Daniël Smid zijn van de partij. De première is op 22 oktober in Schouwburg en Concertcentrum Het Park in Hoorn, dat het 'thuistheater' wordt van het nieuwe gezelschap.

De operette gaat 2,2 miljoen euro kosten, een half miljoen komt uit de operettepot van het Fonds voor de Podiumkunsten. De rest moet van schouwburgen, kaartverkoop en sponsors komen.
Het nieuwe gezelschap hoopt dat er naar de eerste voorstelling 60.000 bezoekers komen, verdeeld over tachtig uitvoeringen. Het aantal castleden voor La Vie Parisienne is 25, het orkest is vijftien man sterk.

Het NOT wil de operette opnieuw in Nederland introduceren. In 2000 werd 's lands laatste operettegezelschap, de Hoofdstad Operette, opgeheven. Er bleef nog wel wat rijksgeld over voor een 'operettevoorziening'. Het verschijnsel werd wat schimmig, af en toe bracht een operagezelschap nog eens Die Fledermaus of Die Lustige Witwe. Operettes kunnen meestal nog wel rekenen op grote belangstelling. Ons land bezoekende buitenlandse gezelschappen verkopen hun kaarten vaak vlot.

Het NOT gokt niet alleen op het oude operette publiek, maar ook op nieuwe mensen. Artistiek leider Eddy Habbema van het NOT wil geen operettes brengen die zijn 'bevroren' in de tijd. ,,Het is levend materiaal, al wordt het niet altijd zo behandeld.'' Dat is wel nodig om dat nieuwe publiek te bereiken. De teksten bijvoorbeeld moeten aan onze tijd worden aangepast. ,,Door de vertaling kun je een bijzondere èigen productie maken.'' Er is ook best plaats voor moderne danspassen. De kostuums blijven uit de tijd dat de operette werd geschreven. Omdat ook operettes de draak steken met menselijke (on)hebbelijkheden, komt die overdreven kleding van toen juist van pas.

Habbema gelooft heilig in de muziek uit de operettes: ,,Die zit in iedereen, ook in jonge mensen, die ze hun moeder hoorden zingen of vader hoorde fluiten. Het hele succes van André Rieu is erop gebaseerd. Het is voor veel mensen een thuiskomen. Het heeft ook te maken met dat charmante en elegante materiaal.'' Bij de bezetting wordt zoveel mogelijk naar een mix gestreefd van klassiek geschoolden en mensen uit het moderne repertoire. Het NOT wil veel doen aan educatie, omdat klassiek geschoolde zangers vaak niet meteen aan alle acteereisen kunnen voldoen en zangers uit het lichtere repertoire weer een flinke dobber hebben aan het operettelied. De cast voor La Vie Parisienne heeft echt hart voor het verschijnsel operette, aldus een woordvoerder. Ze zouden in andere producties misschien meer kunnen verdienen, maar leveren in voor het redden van het fenomeen.

Peter Bording heeft zich op de internationale operabühne èn het musicaltoneel al ruimschoots gemanifesteerd, maar is gek op operette. Hij is in Duitsland nu de meest gevraagde Danilo in de operette Die Lustige Witwe (jarenlang dè rol van die andere Nederlander in Duitsland, Johannes Heesters).

Maaike Widdershoven deed Maria in The Sound of Music en kreeg er de John Kraaijkamp Musical Award van 2003 voor, maar is ook klassiek onderlegd. Antje Monteiro niet, maar die kreeg een nominatie voor een Kraaijkamp Award voor haar bijdrage aan de musical Aïda. De klassiek geschoolde Ernst Daniel Smid speelde ook vrolijk in Baantjer, De Vlaamse Pot en Flodder. Kolpa genoot ook een klassieke opleiding, maar deed ook mee aan 42nd Street en 3 Musketiers. Jeannine Geerts studeerde zang en opera aan het conservatorium en vertolkte onder meer een bijrol in de Vlaamse The Sound of Music. Geerts zong eerder bij de Hoofdstad Operette.