Conflict rond hotel wordt steeds eigenaardiger

Het conflict rond de overlast van hotel Smit in Losser neemt steeds vreemdere vormen aan. Verschillende partijen spreken elkaar steeds meer tegen over de oorzaak van de overlast. Ook de burgemeester van Losser doet met uitspraken in de regionale pers een duit in het zakje.

‘Overleg met de politie heeft mij geleerd dat er de laatste maand slechts een enkele klacht binnen is gekomen en ook nog eens anoniem’, aldus burgemeester Bolhuis in De Twentsche Courant Tubantia. De uitspraak van de burgemeester staat haaks op die van omwonenden van hotel Smit. Die spreken over flinke overlast en hebben er schoon genoeg van.

Bezoekers van het horecabedrijf zouden zich op straat schuldig maken aan geschreeuw, vechtpartijen, racende auto’s en vernielingen. Vooral in het weekend is het geregeld raak bij hotel Smit, stellen buurbewoners. Rondslingerend glas en flessen drank dienen als bewijs dat bezoekers van Smit de boosdoeners zijn.

Voor het optreden van de politie hebben de buurtbewoners geen goed woord over. Toezicht ontbreekt en klagen helpt niet, zeggen ze. De omwonenden hebben de handen ineengeslagen en een gezamenlijke brief richting politiek en gemeente gestuurd.

Burgemeester Bolhuis is van mening dat de overlast best meevalt. ‘Overleg met de politie heeft mij geleerd dat er de laatste maand slechts een enkele klacht binnen is gekomen en ook nog eens anoniem. Daar kunnen wij niets mee. Ook een handtekeningenlijst is niet voldoende. Alleen bij voldoende klachten onder naam kunnen we als gemeente maatregelen nemen.’

Fractievoorzitter L. Simonetti van de lokale politieke partij Burgerforum meldt dat omwonenden juist wel regelmatig aan de bel trekken bij de politie, soms wel drie keer per nacht. ‘De politie is te weinig te plekke. Vervroegde sluitingstijden zijn geen oplossing. Alleen een strikt handhavingsbeleid en duidelijk zichtbare en optredende politie zal effect kunnen sorteren.’

Eigenaar Herman Poorthuis van hotel Smit zegt het gevoel te hebben dat hij alles onder controle heeft. ‘Ik fungeer zelf als portier en voel mij ook verantwoordelijk voor de komende en vertrekkende bezoeker. Daardoor zijn de problemen bij mij voor de deur verdwenen, maar dat verschuift daardoor nu naar andere delen van het centrum. Maar dat kun je mij toch niet aanrekenen? Als de omwonenden een oplossing hebben, dan wil ik graag met hen in gesprek.’