Voor het onderzoek heeft de inspectiedienst de hoeveelheid zogenoemde totaal vluchtige stikstofbasen (TVB-N) gemeten. Deze gassen, die voor de bekende vislucht zorgen, zijn een indicator voor visbederf.
Vooral voorverpakte vis blijkt vaak niet aan de vastgestelde TVB-N-normen te voldoen. In 46 procent van de onderzochte gevallen werden die normen overschreden. Bij onverpakte, verse vis was dat 17 procent. De vis en visproducten, die diepgevroren werden verkocht, voldeden allemaal wel aan de wettelijke eisen.
In 17 procent van de gevallen, die ernstig de normen te buiten gingen, hebben de inspecteurs een schriftelijke waarschuwing of een boete uitgedeeld. De bedrijven zullen tevens opnieuw geïnspecteerd worden.
Volgens de inspectiedienst gaat het vooral bij de voorverpakte vis mis, omdat deze soms op een te hoge temperatuur wordt bewaard of de uiterste houdbaarheidsdatum ‘te optimistisch’ is ingeschat. ‘Het is niet schadelijk voor de gezondheid, zoals bijvoorbeeld bij vlees wel het geval zou zijn, maar het blijft wel bedorven vis’, aldus een woordvoerster van de VWA.
