Al jaren zijn er spanningen tussen horeca en instellingen in de Brabantse stad. De wrevel dateert uit 1999. Toen ontstond er grote onenigheid tussen de horeca en de gemeente over het commercieel verhuren van zaalruimte voor feesten en partijen. Recente ontwikkelingen bij Schouwburg Tilburg zorgen er voor dat de partijen wederom op gespannen voet staan.
Na het vertrek van bedrijfsleider De Bakker van het schouwburgrestaurant ressorteert de eetgelegenheid per 1 juli weer onder het theater. Onder De Bakker was er sprake van een aparte bv. In die constructie kreeg hij naar eigen zeggen een vergoeding en deelde hij mee in de winst. Daaruit leidt het ingeschakelde Bureau Eerlijke Mededinging (BEM) af dat de sdchouwburg het resterende deel van de opbrengst van het restaurant kreeg.
‘De genoemde instellingen richten zich in toenemende mate op het commercieel verhuren van zaalruimte ten behoeve van feesten en partijen en op het exploiteren van een openbaar toegankelijk café of restaurant’, aldus Arjan Hogervorst van BEM in een brief aan het Tilburs College, genoteerd door het Brabants Dagblad.
In 1999 draaide het conflict om het landelijk bekende popcentrum 013. Volgens de wet mag een sociaal-culturele instelling geen volledige horecavergunning hebben. De horeca was van mening dat het popcentrum een sociaal-culturele instelling was. Daarop noemde de gemeente het popcentrum snel een culturele instelling waardoor een volledige horecavergunning mogelijk was. De gemeente Tilburg zette zo de horeca buitenspel. De Raad van State oordeelde eind vorige eeuw dat er met de vergunningen niets mis was, waarna de horeca het verzet staakte.
