Frietkot moet op Unesco werelderfgoed-lijst

De Belgische frietkot moet op de werelderfgoedlijst komen. Er licht een plan om een aanvraag in te dienen bij Unesco. Dat zegt voorzitter Bernard Lefève van Navefri, de Belgische vereniging van frituristen.

De frietkot verdwijnt langzamerhand steeds meer uit het straatbeeld van onze zuiderburen. Stond er vroeger op iedere markt of bij iedere kerk wel een caravan of houten hok waarin werd gefrituurd, tegenwoordig lijkt de frietkot uit te sterven. En daarin moet verandering komen, vindt ‘kotstrijder’ Lefève.

‘Want zelfs de top van dit land is er gek op’, aldus Lefève in De Telegraaf refererend aan de uitnodiging om tijdens het 175-jarig bestaan van België patat te bakken in het koninklijk paleis. ‘Ze stonden in de rij. De prinsen, prinsessen en ministers. Koning Albert genoot van een enorme puntzak.’

Om het nationale voedsel meer in de schijnwerpers te plaatsen, lanceerde Lefève samen met cultuurvechter Paul Ilegems ‘de week van het frietkot’. Maar dat is niet genoeg. Lefève wil dus een plaatsje krijgen op de werelderfgoedlijst van Unesco. Lefève ziet het wel voor zich; de frietkot tussen het Nationaal Park Coiba in Panama, de Vredefortkrater in Zuid-Afrika en het Japanse schiereiland Shiretoko.