Haagse hotellerie kampt met zware overcapaciteit

De Haagse hotellerie verkeert in zwaar weer. Er is een flinke overcapaciteit aan hotels in de regio Den Haag. De hotels zijn bezorgd over de toekomst en luiden de noodklok.

Het evenwicht tussen het aanbod van hotelkamers en het aantal evenementen en congressen is ruw verstoord. Dat blijkt uit een artikel in het Algemeen Dagblad. ‘In anderhalf jaar tijd zijn er bij de grotere hotels ruim zevenhonderd kamers toegevoegd aan de bestaande 2500. In een slechte economische periode hapert nu ook het Congresgebouw als motor voor het zakelijke toerisme. De markt is door deze dodelijke combinatie van factoren uit balans. De stad heeft er immers niet ineens 30 procent meer toerisme bij gekregen’, aldus directeur Peter Elders van het grootste hotel van Den Haag, Bel Air.

Volgens Elders draaien verschillende hotels in Den Haag en omgeving niet goed. ‘Na de mooie jaren van 1999 en 2002 zakte de branche in 2003 en 2004 weg tot 80 procent van de gebruikelijke bezetting’, aldus Elders die daarbij wijst op de komst van het Grand Winston Hotel in Rijswijk, het NH hotel in het Haagse Beatrixkwartier, Ibis bij de Grote Kerk en een eigen hotel van oliereus Shell.

De hoteliers zijn van mening dat de gemeente te weinig doet om congressen en evenementen binnen te halen en te gemakkelijk nieuwe hotels toelaat. ‘We praten wel met de gemeente, maar er moet sneller gehandeld worden voor wat betreft het binnenhalen van grote congressen en evenementen. We zijn het North Sea Jazz al kwijtgeraakt. De gemeente moet meer haar verantwoordelijkheid nemen’, stelt voorzitter Krijn Taat van de Vereniging van drie-, vier- en vijfsterrenhotels in Den Haag en in het dagelijks leven directeur van Novotel Hofweg.