Cafetariahouders moeten tekenen voor veilig vet

Cafetariahouders moeten sinds kort richtlijnen ondertekenen bij het inleveren van gebruikt frituurvet. Daarmee garandeert de ondernemer dat het vet niet vermengd is met andere stoffen, zo meldt Laura Bouwman van het Produktschap Margarine, Vetten en Oliën (MVO).

De cafetariahouder geeft met zijn handtekening op de achterzijde van de bon aan dat hij op volgens de voorschriften werkt. De richtlijnen houden ondermeer in dat het vet moet worden opgeslagen in schone tonnen, die niet voor andere doeleinden worden gebruikt. De vetophaler kan hiermee op zijn beurt zijn afnemers, de vetveredelaars en daarna de diervoederproducent, schoon vet garanderen.

Kostbaar

Deze werkwijze is een rechtstreeks gevolg van de dioxinecrisis die in de zomer van 1999 uitbrak in België. Daarbij raakte de hele voedselketen besmet, doordat frituurolie vervuild met motorolie tot diervoeder was verwerkt. Het Produktschap MVO stelt dat het ook voor de cafetariahouder van belang is om zorgvuldig met oud frituurvet om te gaan. ‘Het is denkbaar dat er een verwerkingsverbod komt voor oud vet. Dat zou betekenen dat cafetaria’s het vet als huisvuil moeten afvoeren en dat is een kostbare zaak. Het is dus zaak om zorgvuldig met gebruikt frituurvet om te gaan.’