Cafetaria's moeten betalen voor inzameling oud vet

Gebruikt frituurvet mag sinds 1 november jongstleden niet meer worden toegepast in veevoer. De overheid vaardigde het verbod pas op 10 oktober officieel uit. Daarom moeten cafetaria's, in afwachting van alternatieven, mogelijk fors gaan betalen voor vetafvoer. Tot dusver gebeurde dit gratis of zelfs met een kleine vergoeding.

Reeds na de Belgische dioxinecrisis in 1999 werd in Europees verband aangedrongen op een verbod van vetverwerking in veevoer. Het productschap Margarine, Vetten en Oliën (MVO) en de Nederlandse Vereniging van Vetveredelaars (NVVV) voerden hierop een nieuw kwaliteitssysteem in voor inzameling en verwerking van gebruikt frituurvet in diervoeder. Toch besloot de Nederlandse overheid begin oktober, nadat een formeel besluit eerder steeds was uitgesteld, de toepassing per 1 november te verbieden. Onverwacht en zonder overgangsregeling waarop de vetbranche had gehoopt. ‘De overheid gebruikt als argument dat de horeca in de verwerkingsketen een dubieuze schakel vormt’, zegt directeur Ronald Hiel van het productschap. ‘Ondernemers zouden hun vetopslag onvoldoende controleren. Ik vind dat argument onjuist.’

KHN-sector Fastfood- en IJsbedrijven beticht de overheid vanwege de korte termijn van onbehoorlijk bestuur. Daarnaast vindt de brancheorganisatie dat MVO en NVVV het hebben laten afweten. ‘Zij konden het verbod al enkele jaren zien aankomen’, meent voorzitter Johan van der Weerd. ‘Er is onvoldoende gezocht naar alternatieve afzet om te blijven verdienen aan de 55.000 ton frituurvet die jaarlijks wordt ingezameld. Nu dreigen er voor onze branche kosten.’

Volgens NVVV-voorzitter Simon Hoogerwerf zijn gesprekken gaande met nieuwe afzetmarkten. ‘Zo is frituurvet toe te passen als brandstof voor bepaalde dieselmotoren. Dit vergt echter nog technische bijschaving. Op kortere termijn vestigen we onze hoop op de elektriciteitssector dat het vet kan gebruiken voor opwekking van groene stroom. Maar omdat dit moet concurreren met andere fossiele brandstoffen, zal de opbrengst lager zijn dan voorheen. Bovendien moet het ministerie van VROM hiervoor nog vergunning verlenen.’ Hoogerwerf en Hiel hopen dat het alternatieve verwerkingskanaal binnen zes maanden een feit is. ‘Vooralsnog gaat de vetinzameling gewoon door. Daarvoor moeten we nu wellicht een vergoeding in rekening brengen, die na het vinden van een alternatief mogelijk weer wordt verlaagd.’