Commissie: rookvrije horeca niet op Kamer-agenda

Commissie: rookvrije horeca niet op Kamer-agenda

Het voorstel van de antirookorganisatie Clean Air Nederland (CAN) om de Tweede Kamer opnieuw te laten stemmen over de vraag of horecapersoneel recht heeft op een rookvrije werkplek, kan niet door het parlement in behandeling worden genomen. Een speciale commissie van de Tweede Kamer heeft dat vrijdag bekendgemaakt.

Volgens de commissie voldoet het verzoek niet aan alle voorwaarden voor een burgerinitiatief. Het burgerinitiatief is een nieuw middel van de Kamer om burgers meer zeggenschap te geven over de agenda van het parlement. De antirookorganisatie was de eerste organisatie die via het burgerinitiatief een onderwerp op de Kameragenda wilde plaatsen. Het ging over het recht van horecapersoneel op een rookvrije werkomgeving. Volgens de commissie voor de Verzoekschriften en Burgerinitiatieven van de Kamer kan het verzoek niet in behandeling worden genomen omdat het onderwerp van de rookvrije horeca korter dan twee jaar geleden nog besproken is door de Kamer. Volgens de regels zou dat niet kunnen.

CAN reageert verbijsterd op de afwijzing. ,,Als de Kamer zo omgaat met verzoeken uit de bevolking om iets te bespreken, kan ze het burgerinitiatief meteen beter afschaffen'', zegt voorzitter Willem van den Oetelaar boos. Hij stelt dat de Kamer in 2003, dus langer dan twee jaar geleden, het besluit heeft genomen om horecapersoneel uit te zonderen van de algemene regel dat werknemers recht hebben op een rookvrije werkplek. ,,Dus past ons verzoek binnen de regels''.

De commissie hanteert echter als criterium dat een onderwerp in de periode van twee jaar zelfs niet besproken mag zijn in de Kamer. Van den Oetelaar vindt dat juridische haarkloverij. Volgens hem heeft de commissie een reden gezocht om het verzoek af te wijzen. Hij gaat in beroep tegen de afwijzing. Een organisatie mag een burgerinitiatief indienen als ze 40.000 handtekeningen heeft verzameld onder de bevolking. CAN kreeg de steun van ruim 60.000 burgers.