KHN: regeerakkoord mist brede horecastimulans

KHN: regeerakkoord mist brede horecastimulans

Koninklijke Horeca Nederland (KHN) mist een brede horecastimulans in het regeer- en gedoogakkoord, gepresenteerd door VVD, CDA en PVV. De branchevereniging stelt wel dat de effectieve uitwerking van de voorgestelde maatregelen nog niet op impact zijn te waarderen.

KHN zegt dat het helemaal aftrekbaar maken van de gemengde kosten om de zakelijke horecabestedingen te stimuleren ontbreekt in het regeer- en gedoogakkoord zoals het er nu ligt.

Wel stelt KHN dat de akkoorden per saldo wel voldoende vertrouwen geven voor meer ondernemersruimte, ‘maar dan moeten ondernemers bereid en in staat zijn verantwoordelijkheid te nemen en te tonen’.

KHN meldt op haar website een analyse over de impact van de voorgenomen maatregelen voor de horeca. Eerder liet KHN weten pas te willen reageren op een mogelijk nieuw rookbeleid wanneer er een nieuw kabinet is geformeerd.

Rookverbod

KHN vindt onder andere dat het plan een nieuw ministerie voor Economie, Landbouw en Innovatie te starten, een goede zaak is omdat het past in een aanspreekpunt voor toerisme en recreatie, zoals KHN ambieert.

Over het rookverbod neemt KHN in haar analyse geen standpunt in. De branchevereniging meldt dat het onduidelijk is hoe en voor welke horeca het vrijstellen van het rookverbod, zoals gemeld in het akkoord, geregeld gaat worden.

KHN-directeur Lodewijk van der Grinten liet donderdag 30 september op Twitter weten dat de vrijstelling van rookverbod voor zaken kleiner dan zeventig vierkante meter ‘prima’ is. ‘Dan kunnen zij hun eigen afweging maken’.

Veiligheid

KHN zet verder vraagtekens bij het voornemen om veiligheidskosten voor vergunningplichtige commerciële evenementen van incidentele aard door te berekenen. Volgens KHN kan dit oneerlijke mededinging geven met niet-commerciële evenement en lokale willekeur. ‘Openbare orde, veiligheid en kosten van handhaven zijn kerntaak van de overheid’, aldus KHN.

KHN zegt verder niet blij te zijn met het voornemen om een leeftijdsgrens van dertig jaar te introduceren voor publieke bekostiging van MBO-opleidingen. ‘Juist in onze bedrijfstak werken veel mensen die ongekwalificeerd zijn ingestroomd en vervolgens toch een vakdiploma willen halen. Ze zijn hierdoor al iets ouder. De nieuwe leeftijdsgrens betekent dat dit opleidingstraject aanzienlijk duurder wordt wat het alsnog behalen van een beroepskwalificatie zal ontmoedigen’.