Volgens Hermans is de verstikkende bureaucratie één van de belangrijkste redenen waarom de economische ontwikkeling van Nederland zo achterblijft bij die de rest van Europa, en meer nog bij die van Azië en de Verenigde Staten.
Het was koren op de molen voor de aanwezige ondernemers. Zo deelde gastheer Harry Visbeen van het jubilerende Ganzenest mee maar liefst 28 vergunningen en ontheffingen nodig te hebben om zijn bedrijf te mogen voeren. De aanwezige ondernemers meldden zich kapot te ergeren aan de onuitvoerbare Arbo-regels, de eeuwigheid die verstrijkt tussen het aanvragen en het verlenen van vergunningen, de ellenlange vragenlijsten en de tegenstrijdige voorschriften. Een paar voorbeelden: de Arbo-dienst zegt dat de vloeren in de keuken stroef moeten zijn, de Keuringsdienst van Waren verplicht gladde vloeren. De brandweer verplicht een brandtrap, de welstandscommissie verbiedt dit.
Hermans meldde de ernst van het probleem te onderkennen en de overdreven lastendruk voortdurend onder de aandacht van de regering te brengen.
140 regels
Uit een inventarisatie die Koninklijk Horeca Nederland onlangs maakte, blijkt dat de horecabranche het meest wordt geteisterd door de bureaucratie. De administratieve lastendruk voor de horecaondernemer omvat meer dan 140 regels waaraan moet worden voldaan, vaak op straffe van fikse boetes.
De regels zijn afkomstig van acht verschillende ministeries, en ook van gemeenten en provincies. Uitgedrukt in een percentage van de toegevoegde waarde ligt de administratieve last bij de horeca op 7 procent, veel hoger dan het landelijke gemiddelde van alle bedrijven, dat op 3 procent ligt. Voor kleine horecabedrijven, waaronder de meeste restaurants, ligt die lastendruk zelfs nog hoger: 11,2 procent van de toegevoegde waarde. In geld uitgedrukt bedraagt de gemiddelde lastendruk in de horeca €10.000,- per jaar. Gerelateerd aan het ondernemersinkomen een extreem hoog percentage.
