Nederlandse struisvogels zeldzaam

Nederlandse struisvogels zeldzaam

Een struisvogelbiefstukje van dieren die gefokt zijn op eigen bodem is er nagenoeg niet meer bij; het aantal struisvogelhouders in Nederland is teruggelopen van 300 naar zo'n 40. Wat drie jaar geleden een 'booming business' leek, is door grote concurrentie uit Australische en Afrikaanse hoek niet meer rendabel.

Struisvogelvlees is populair. Daarom verwondert Fred van der Horst, secretaris van de Nederlandse Struisvogelhouders Organisatie (NSO), zich er ook over dat de prijs voor het product niet gestegen is. Ook uit Afrikaanse hoek, de grootste struisvogelleverancier ter wereld, daalt het aanbod. ‘Waarschijnlijk stijgt de prijs nog wel.’ Van der Horst wijt de teruggang aan de snelle daling van de spectaculaire prijzen die enkele jaren geleden voor de dieren betaald werden. ‘Nu krijgen houders nog maar 650 gulden voor een heel dier; drie jaar geleden liep dat op tot 10.000 gulden. Dat heeft te maken met de wereldmarktprijzen. In Afrika is het nu eenmaal goedkoper produceren.’

De Nederlandse boeren, die het hoeden van struisvogels er vaak bij doen, moesten nog met de dieren leren omgaan. Daarbij doet het weer geen goed aan de huid en veren; de veren zijn te dof en daarom niet geschikt voor verkoop. Toch denkt Van der Horst dat er nog toekomst is voor de Nederlandse struisvogel: ‘Ik ken meerdere bedrijven die het hoeden nu goed in de vingers hebben en best rendabel zijn.' Volgens wildimporteur Jan de Groot wordt het niks met de Nederlandse struisvogel. ‘Struisvogels moeten het warm hebben. Als dat niet zo is, wordt de huid slecht. Dit is het belangrijkste onderdeel van een struisvogel, omdat er qua vlees niet veel te halen is.’ Momenteel is de prijs nog hoog, zo'n 35 tot 40 gulden in de groothandels, maar daar komt volgens De Groot verandering in: ‘Rond januari komen er meer struisvogels uit Afrika en Australië, waardoor de prijs waarschijnlijk gaat dalen.’