Onvrede over brouwers groeit

De brouwerijcontracten komen steeds meer onder vuur te liggen. Uit cijfers die Koninklijk Horeca Nederland (KHN) vandaag publiceert, blijkt dat tenminste één op de drie ondernemers ontevreden is over het huidige contract en maar wat graag bereid is een overstap te maken naar de concurrent.

Weliswaar is er onder druk van de nieuwe Europese richtlijnen al een hoop verbeterd in het voordeel van de ondernemer, maar we zijn er nog lang niet, aldus KHN. De brancheorganisatie vroeg deze zomer dertienduizendhorecaondernemers naar hun mening over de brouwerijcontracten. Bijna dertig procent van de ondervraagden geeft aan ontevreden te zijn met de condities waaronder ze op dit moment bier afnemen. De ondernemers willen meer korting, betere inkoopprijzen en loskoppeling van het huurcontract. Eén op de drie ondernemers is bereid over te stappen naar een andere brouwer als dit betere voorwaarden oplevert.

Gebonden
Uit het onderzoek van KHN komt naar voren dat meer dan de helft van de ondernemers nog altijd gebonden is aan een brouwerij. Verder blijken de netto inkoopprijzen, dus de inkoopprijzen minus kortingen, enorm te variëren. Opvallend genoeg leiden grote afname en ongebondenheid niet altijd tot grotere kortingen, aldus KHN. In dat licht roept de brancheorganisatie ondernemers op het huidige contract eens kritisch onder de loep te nemen, eventueel hogere kortingen te bedingen of over te stappen op een brouwer die wel bereid is hogere kortingen te geven.

Nieuwe regels
KHN voelt zich gesterkt door de nieuwe regels die de brouwers vanuit Brussel zijn opgelegd. Regels die de individuele horecaondernemer meer mogelijkheden bieden bij het onderhandelen over de biercontracten. ’De markt doet meer zijn werk en daar is de horeca bij gebaat’, aldus KHN-directeur Jeu Claes in het oktobernummer van het magazine Horeca Nederland Actueel. Claes prijst bierbrouwer Heineken, die sinds de invoering van de nieuwe Europese richtlijnen zijn biercontracten standaard voorziet van een opzegtermijn van twee maanden. KHN dringt er andermaal bij de andere grote brouwers, Grolsch, Interbrew en Bavaria, op aan hetzelfde te doen.

Boemannnen
Directeur horeca van Interbrew Frank Evers vindt dat KHN de brouwers ten onrechte als boemannen afschildert. ‘De wijze waarop de organisatie naar buiten treedt is niet erg fair. KHN doet net alsof wij brouwers niet naar onze afnemers luisteren. Ze doet voorkomen alsof de markt nog niet open is, alsof het kommer en kwel is. Het tegendeel is waar: zeker de helft van de markt is al vrij. En wij gaan wel degelijk in gesprek met onze klanten wanneer ze ontevreden zijn.’Evers gelooft trouwens niet dat een horecaondernemer alleen maar naar geld kijkt als het om de afname van bier gaat. ‘Kortingen zijn belangrijk, maar het gaat om het totaalpakket, daar moet hij zich tevreden bij voelen.’